Koptekst overslaan
Help
 

WPA-instelling

Als u WPA op een netwerk wilt gebruiken, moet u de WPA-instellingen activeren die u voor WPA-communicatie wilt gebruiken. Neem contact op met de netwerkbeheerder voor informatie over de verificatie-instellingen.

Belangrijk

  • Om WPA in te stellen, is het installeren van de optionele harde schijf vereist.

1Druk op de [Menu]-knop.

Illustratie Menu-knop

2Druk op [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Host interface] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

3Druk op [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Wireless LAN] te selecteren. Druk tot slot op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

4Druk op [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Beveiligingsmethode] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

5Druk op [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [WPA] te selecteren. Druk vervolgens op [Details].

Schermafbeelding bedieningspaneel

6Druk op [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Coderingsmethode] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

7Druk op [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om een coderingsmethode te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor informatie over de coderingsinstellingen.

De coderingsinstellingen zijn de volgende:

  • [TKIP]

    Gebruikt hetzelfde algoritme als RC4, maar zorgt voor een verdere vermindering van de kwetsbaarheid dankzij methoden zoals het mixen van sleutels.

  • [CCMP(AES)]

    Verbetert de beveiliging dankzij AES (Advanced Encryption Standard).

Het display keert terug naar het menu [WPA].

8Druk op [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [Verificatiemethode] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

9Druk op [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om de verificatie-instellingen te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

De verificatie-instellingen zijn de volgende:

  • [WPA-PSK]

    Voert verificatie uit met gebruik van een coderingssleutel (een vooraf gedeelde sleutel) die door het toegangspunt en de clientcomputer wordt gedeeld.

  • [WPA]

    WPA maakt gebruik van CA-certificaten en een RADIUS-server voor een veilige draadloze communicatie.

  • [WPA2-PSK]

    Net als bij WPA-PSK wordt verificatie uitgevoerd met een coderingssleutel (een vooraf gedeelde sleutel) die door het toegangspunt en de clientcomputer wordt gedeeld. Geef de vooraf gedeelde sleutel op (tussen 8 en 63 ASCII-tekens).

  • [WPA2]

    WPA2 is een geavanceerde versie van WPA die IEEE802.11i volledig ondersteunt.

Wacht twee seconden. Het display keert terug naar het menu [WPA].

10Als u [WPA] of [WPA2] heeft geselecteerd in stap 9, verschijnt een bevestingsbericht. Druk op [OK].

Wacht twee seconden. Het display keert terug naar het [WPA]-menu. Ga door met stap 15.

11Als [WPA-PSK] of [WPA2-PSK] geselecteerd is bij stap 9, voer dan de vooraf gedeelde sleutel in en druk op de [OK]-knop.

Schermafbeelding bedieningspaneel

  • Wanneer u bij het invoeren van een teken op de [OK]-knop drukt, zal het om veiligheidsredenen vervangen worden door een sterretje.

  • Geef de vooraf gedeelde sleutel op (tussen 8 en 63 ASCII-tekens).

  • Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters. Zorg er dus voor dat u de tekens op de juiste wijze invoert.

  • Wacht twee seconden. Het display keert terug naar het menu [Verificatiemethode].

12Druk op de [Escape]-knop.

13Druk op [Afsluit.].

Schermafbeelding bedieningspaneel

14Druk op [Pijl-omlaag] of [Pijl-omhoog] om [WPA] te selecteren. Druk vervolgens op de [OK]-knop.

15Druk op de [Menu]-knop om naar het beginscherm terug te keren.

16Druk een configuratiepagina af om de instellingen te controleren.

Opmerking

  • Voor meer informatie over het afdrukken van de configuratiepagina, zie Testafdrukken.