Koptekst overslaan
Help
 

Tekens invoeren

Wanneer u een teken invoert, wordt dit weergegeven op de positie die de cursor aangeeft. Als een teken al wordt weergegeven op de cursorpositie, wordt het ingevoerde teken ervóór weergegeven.

Genummerde afbeelding van het bedieningspaneel

  1. Selectietoetsen

    Komen overeen met de functies op de onderste regel van het display.

    Voorbeeld: Wanneer de handleiding aangeeft dat u op [ab/AB/12] moet drukken, druk dan op de selectietoets linksonder het tekstinvoerscherm.

    Druk op de linkerselectietoets om over te schakelen naar een andere invoermodus (kleine letters, hoofdletters en cijfers).

    Druk op de rechterselectietoets om een lijst weer te geven met symbolen die u kunt invoeren.

  2. Scrolltoetsen

    Druk erop om de cursor in elke rchting te bewegen.

    Wanneer [Pijl-omhoog] [Pijl-omlaag] [Pijl-links] [Pijl-rechts] in deze handleiding worden weergegeven, druk dan op de scrolltoets met dezelfde richting.

  3. [Escape]-knop

    Wist ingevoerde tekst en cijfers en brengt het display terug naar het beginscherm.

  4. [OK]-knop

    Bevestigt de ingevoerde tekst en cijfers en geeft het volgende menu weer.

  5. Cijfertoetsen

    Wanneer u tekst wilt invoeren met cijfertoetsen, selecteert u de tekstinvoermodus door op [ab/AB/12] te drukken.

    Wanneer u herhaaldelijk op een cijfertoets drukt, wijzigt het teken in de volgorde die aangegeven wordt boven de toets waarop u drukt.

  6. [Wissen]-knop

    Verwijdert een teken op de cursorpositie. U kunt een teken verwijderen aan het rechtereinde van een regel, zelfs als de cursor rechts van het teken staat.

Verwante onderwerpen

Tekens invoeren