Koptekst overslaan
 

Bovenste pagina > Printerhandleiding > Het apparaat voorbereiden > De verbindingsmethode bevestigen > Netwerkverbinding > Het apparaat als een Windows-afdrukpoort gebruiken

Het apparaat als een Windows-afdrukpoort gebruiken

Netwerkverbindingen kunnen tot stand worden gebracht via Ethernet en Wireless LAN.

Welke poorten beschikbaar zijn, wordt bepaald op basis van de combinatie van de versie van het Windows-besturingssysteem en de gebruikte aansluitingsmethode.

Afbeelding van een printerpoort in Windows

Windows XP, Windows Server 2003/2003 R2

Aansluitingsmethode

Beschikbare poorten

  • Ethernet

  • Wireless LAN

  • Standaard TCP/IP-poort

  • IPP-poort

  • LPR-poort

  • SmartDeviceMonitor for Client-poort

Windows Vista/7, Windows Server 2008/2008 R2

Aansluitingsmethode

Beschikbare poorten

  • Ethernet

  • Wireless LAN

  • Standaard TCP/IP-poort

  • IPP-poort

  • LPR-poort

  • WSD-poort

  • SmartDeviceMonitor for Client-poort

Opmerking

  • Zie de uitleg voor de installatie van het printerstuurprogramma per poorttype.

  • Voor meer informatie over de Standaard TCP/IP-poort, zie "Het printerstuurprogramma installeren".

  • Raadpleeg "Het printerstuurprogramma installeren" voor meer informatie over de IPP-poort.

  • Voor meer informatie over de LPR-poort, zie "Het printerstuurprogramma installeren".

  • Voor meer informatie over de WSD-poort, zie "Het printerstuurprogramma installeren".

  • Voor meer informatie over de SmartDeviceMonitor for Client-poort, zie "Het printerstuurprogramma installeren".

Verwijzing