Koptekst overslaan
 

Een papierformaat wijzigen in een formaat wat niet automatisch herkend wordt

Als u een papierformaat heeft geplaatst dat niet automatisch wordt geselecteerd, dient u het papierformaat met het bedieningspaneel op te geven. In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u dergelijk papier plaatst.

Dit hoofdstuk geeft uitleg over het plaatsen van dit soort papierformaten met papier van 11 × 15Liggend als voorbeeld.

1Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

Illustratie Gebruikersinstellingen/Teller-knop

2Druk op [Systeeminstellingen].

Schermafbeelding bedieningspaneel

3Druk op het tabblad [Instellingen papierlade].

Schermafbeelding bedieningspaneel

4Selecteer de lade waarvoor u de papierinstellingen wilt wijzigen.

Schermafbeelding bedieningspaneel

5Selecteer het formaat en de invoerrichting van het geplaatste papier en druk op [OK].

Schermafbeelding bedieningspaneel

Het ingestelde papierformaat en de invoerrichting worden weergegeven.

Schermafbeelding bedieningspaneel

6Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

Het begindisplay wordt weergegeven.

Opmerking

  • Zie "Aanbevolen papierformaten en -typen" voor details over papierformaten die automatisch worden geselecteerd.

  • Als u na het afdrukken op papier dat niet automatisch wordt geselecteerd, weer wilt afdrukken op papier dat wel automatisch wordt geselecteerd, moet u de instelling terugzetten op "Autodetectie". Plaats het papier en selecteer "Autodetectie" in stap 5. De instelling wordt teruggezet op "Autodetectie".