Dit onderdeel beschrijft de waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen voor ongewenste kopieerresultaten.
Probleem |
Oorzaken |
Oplossing |
|---|---|---|
Er treden geregeld papierstoringen op. |
De zijafscheiding van de papierlade is te strak ingesteld. |
Druk de zijafscheidingen een beetje naar buiten en stel ze goed in. Wij raden u tevens aan om minimaal 20 vellen dik papier te plaatsen. |
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Het papier is vochtig. |
Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Raadpleeg de handleiding Over dit apparaat voor meer informatie over de juiste wijze van papieropslag. |
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Het papier is te dik of te dun. |
Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Raadpleeg de handleiding Over dit apparaat. |
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Er wordt bedrukt papier gebruikt. |
Gebruik geen papier waarop al kopieën of afdrukken zijn gemaakt. |
De kopieën worden niet geniet. |
Er zijn nietjes vastgelopen in het nietapparaat. |
Verwijder de vastgelopen nietjes. Zie Vastgelopen nietjes verwijderen |
De kopieën worden niet geniet. |
Het kopieerpapier is gekruld. |
Draai het kopieerpapier in de lade om. |
De kopieën worden niet geniet. |
Het aantal kopieën is te groot om als een enkele batch te worden geniet. |
Controleer de capaciteit van de stapeleenheid. Zie de handleiding Over dit apparaat voor details. |
De nietjes zijn verkeerd geplaatst. |
De originelen zijn niet correct geplaatst. |
Controleer wat de juiste positie is om de originelen te plaatsen. Zie "Nieten", Kopieer-/Document Serverhandleiding voor meer informatie over het plaatsen van originelen die u wilt nieten. |
Documenten met een rughechting blijven niet goed vastzitten en kunnen niet goed worden gestapeld. |
Bepaalde soorten papier kunnen niet goed worden gevouwen en gaan openstaan na te zijn gevouwen en geniet. |
Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Raadpleeg de handleiding Over dit apparaat. |
U kunt bepaalde functies niet combineren. |
De geselecteerde functies kunnen niet gezamenlijk worden gebruikt. |
Controleer de combinatie van functies en stel de instellingen opnieuw in. Zie de Kopieer- en Document Serverhandleiding. |
Bij het sorteren worden de pagina's in twee stapels gescheiden. |
Het geheugen raakte vol tijdens het sorteren en de pagina's zijn in twee stapels afgeleverd. |
Stel [Autom scan. herst. na vol geh.] in [Kopieerapp./Doc. Server-eigensch.] onder [Invoer/uitvoer] in op [Uit]. |
Afbeeldingen zijn scheef. |
De zijafscheidingen in de papierinvoerlade zijn niet juist ingesteld. |
Zorg ervoor dat de zijafscheidingen juist zijn ingesteld. Zie voor meer informatie over het instellen van de zijafscheidingen de handleiding Over dit Apparaat. |
Afbeeldingen zijn scheef. |
Het papier wordt gedraaid naar binnen geleid. |
Plaats het papier op de juiste wijze. Zie de handleiding Over dit Apparaat. |
Het papier komt bij afdrukken met nieten niet uit het apparaat. |
Wanneer u het afdrukken onderbreekt terwijl de nietfunctie wordt gebruikt, kan er papier dat tijdens het afdrukken niet is geniet, in het nietapparaat achterblijven. |
Druk op de [Instellingen verwijderen]-knop en annuleer dan de kopieerinstellingen, inclusief het nieten. Verwijder het papier dat is achtergebleven in de nieteenheid tijdens het kopiëren. |
Probleem |
Oorzaken |
Oplossing |
|---|---|---|
In de modus "Dubbele kopie " worden delen van de originele afbeelding niet gekopieerd. |
De combinatie van origineel en kopieerpapier is niet correct. |
Selecteer nogmaals het papierformaat. Selecteer bijvoorbeeld A3 |
In de modi Randen wissen, Midden wissen of Midden/Rand wissen worden delen van de originele afbeelding niet gekopieerd. |
U heeft een brede rand ingevoerd om te wissen. |
Verminder de breedte van de rand om te wissen. Raadpleeg voor meer informatie de Kopieer- en Document Serverhandleiding. |
In de modi Randen wissen, Midden wissen of Midden/Rand wissen worden delen van de originele afbeelding niet gekopieerd. |
De originelen zijn niet correct gescand. |
Plaats de originelen op de juiste manier. |
In de modus "Marge aanpassing" worden delen van de originele afbeelding niet gekopieerd. |
|
Verminder de breedte van de rand. Raadpleeg de Kopieer- en Document Serverhandleiding. |
In de modus Beeld herhalen wordt de originele afbeelding niet meerdere keren gekopieerd. |
U heeft hetzelfde formaat kopieerpapier als de originelen gekozen of u heeft niet de juiste reproductiefactor geselecteerd. |
Selecteer kopieerpapier dat groter is dan de originelen of selecteer de geschikte reproductiefactor. |
Probleem |
Oorzaken |
Oplossing |
|---|---|---|
De stempelpositie is niet goed. |
De richting van het papier is niet goed. |
Controleer de richting van het papier en de stempelpositie. |
De stempel wordt niet afgedrukt op de achterkant van vellen bij dubbelzijdig kopiëren. |
De stempelpositie op de achterkant van vellen is niet geschikt voor het papierformaat. |
Stel de stempelpositie voor de achterkant opnieuw in. Voor meer informatie over de stempelpositie voor de achterkant op dubbelzijdige kopieën, zie de Kopieer- en Document Serverhandleiding. |
Probleem |
Oorzaken |
Oplossing |
|---|---|---|
Kopieën die u gemaakt heeft met de functie Boekje of Tijdschrift kunnen niet correct tot een boekje worden gevouwen. |
U heeft een instelling geselecteerd die niet overeenkomt met de richting van het origineel. |
Stel [Richting: Boekje, Tijdschrift] juist in onder [Bewerken] in [Kopieerapp./Doc. Server-eigensch.]. |
Bij gebruik van de functie Combineren worden delen van de afbeelding niet weergegeven. |
U heeft een verkeerde reproductiefactor gekozen die niet overeenkomt met het formaat van het origineel en het kopieerpapier. |
Indien u met behulp van de handmatige papierkeuzemodus een reproductiefactor invoert, dient u ervoor te zorgen dat de factor overeenkomt met uw originelen en het kopieerpapier. Selecteer de juiste reproductiefactor voordat u de modus Combineren gebruikt. Zie de Kopieer- en Document Serverhandleiding. |
Kopieën bevinden zich niet in de juiste volgorde. |
U heeft de originelen niet in de juiste volgorde geplaatst. |
Zorg ervoor dat de laatste pagina zich onderop bevindt wanneer u een stapel originelen in de ADF plaatst. Als u de originelen op de glasplaat plaatst, dient u te beginnen met de pagina die u als eerste wilt kopiëren. |
Probleem |
Oorzaken |
Oplossing |
|---|---|---|
Kopiëren in duplexmodus is niet mogelijk. |
Het papier is te dik of te dun. |
Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Raadpleeg de handleiding Over dit apparaat. |
Kopiëren in duplexmodus is niet mogelijk. |
"Duplex toepassen" is ingesteld op [Nee] voor Lade 1-6. |
Stel in [Instell. papierlade] onder Lade 1-6 "Duplex toepassen" in op [Ja]. |
Kan niet in duplexmodus afdrukken. |
U hebt een papiertype geselecteerd dan niet gebruikt worden kan voor dubbelzijdig kopiëren. |
Selecteer in [Instell. papierlade] een papiertype dat gebruikt kan worden voor dubbelzijdig afdrukken. Voor meer informatie over de papiertypen die gebruikt kunnen worden, zie de Kopieer- en Document Serverhandleiding. |
Kopieën bevinden zich niet in de juiste volgorde. |
U heeft de originelen niet in de juiste volgorde geplaatst. |
Zorg ervoor dat de laatste pagina zich onderop bevindt wanneer u een stapel originelen in de ADF plaatst. Als u de originelen op de glasplaat plaatst, dient u te beginnen met de pagina die u als eerste wilt kopiëren. |
Bij gebruik van de Duplex-modus wordt een kopie van boven naar beneden gemaakt ondanks dat [Boven naar Boven] is geselecteerd. |
De originelen zijn in de verkeerde richting geplaatst. |
Plaats de originelen in de juiste richting. Zie de Kopieer- en Document Serverhandleiding. |
Probleem |
Oorzaken |
Oplossing |
|---|---|---|
Geen toegang tot bestand. |
Het bestand is met een wachtwoord beveiligd. |
Neem contact op met de beheerder. Als u alle bestanden wilt verwijderen die in de Document Sserver zijn opgeslagen, selecteert u [Verw. alle best. in Document Server] onder [Beheerdertoepas.] in [Systeeminstellingen]. Aangezien hiermee elk bestand definitief wordt verwijderd, moet u ervoor zorgen dat de Document Server geen bestanden meer bevat die u wilt behouden. Raadpleeg de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen voor meer informatie over het verwijderen alle bestanden in de Document server. |
U kunt de inhoud van een bestand niet identificeren. |
U kunt niet alleen aan de hand van de bestandsnaam de inhoud van een bestand controleren. |
U kunt in het scherm 'Bestand selecteren' schakelen tussen de weergave [Lijst] en [Miniat.weerg.] om de inhoud van het bestand te controleren.
U vergroot de afbeelding door op [Voorvertoning] te drukken. Zie de Kopieer- en Document Serverhandleiding voor meer informatie. |
Het geheugen raakt regelmatig vol. |
Het geheugen van de Document Server is vol. |
Verwijder onnodige bestanden. Op het bestandskeuzedisplay selecteert u onnodige bestanden en drukt u vervolgens op [Best.verw]. Als dit het beschikbare geheugen niet vergroot, schakel dan over naar het scannerscherm en verwijder onnodige bestanden. |
U wilt de afdrukkwaliteit controleren voordat u een groot aantal sets afdrukt. |
U kunt een enkele kopie afdrukken zonder de instelling opnieuw op te geven. |
Controleer de afdrukkwaliteit door alleen de eerste set af te drukken met behulp van de [Testafdruk]-knop. Zie de Kopieer- en Document Serverhandleiding. |
Het bericht “Kan geen voorvert. mk van deze pag.” verschijnt en u kunt de miniatuurweergave niet bekijken. |
De afbeeldingsgegevens zouden corrupt kunnen zijn. |
Druk op [Afsluiten] om het voorbeeldscherm zonder een miniatuurweergave weer te geven. Als het geselecteerde document verschillende pagina's bevat, drukt u op [Veranderen] onder het gebied "Pagina weergeven" om van pagina te veranderen. |