Een TWAIN-netwerkscanner gebruiken
Om de TWAIN-netwerkscanner te gebruiken, moet er een TWAIN-compatibele applicatie op de computer geïnstalleerd zijn.
Wanneer u originelen met een TWAIN-compatibele applicatie scant, selecteert u de TWAIN-driver en vervolgens geeft u de scaninstellingen op in het dialoogvenster Scannerbeheer. Hoe u de TWAIN-driver op moet starten, hangt af van de applicatie. Raadpleeg de helpfunctie van de applicatie voor meer informatie.
Wanneer de Windows firewall of een antivirusprogramma is ingeschakeld en u het besturingssysteem Windows XP SP2/Vista/7 of Windows Server 2003/R2 gebruikt, dan is het mogelijk dat het bericht "Kan scanner niet vinden" of “Geen reactie van de scanner.” verschijnt en lukt het niet om met de TWAIN-scanner te scannen. In dat geval moet u de instellingen van de firewall van Windows of het antivirusprogramma wijzigen. Zie de Windows Help-functie voor meer informatie.
Als u al een scanner heeft geselecteerd, hoeft u de scanner niet te selecteren, tenzij u deze wilt wijzigen.
Als de juiste scanner niet in de lijst staat, controleer dan of de scanner goed is aangesloten op het netwerk en of het IPv4-adres ervan is opgegeven. Als de juiste scanner nog steeds niet verschijnt, ga dan naar de Netwerkverbindingstool die met de TWAIN-driver is geïnstalleerd. Vink daar het vakje [Gebruik een specifieke scanner.] aan en geef het IP-adres of de hostnaam op van de scanner die u wilt gebruiken. Zie de Help-functie voor de Netwerkverbindingstool voor meer informatie.
De functie blanco pagina detecteren is niet beschikbaar wanneer u de TWAIN-scanner gebruikt.
