Koptekst overslaan
 

Aangepast papier opgeven

1Druk op de knop [Papierinstelling].

Afbeelding van knop Papierinstelling

Het bedieningspaneel op uw apparaat kan enigszins afwijken van het bedieningspaneel in deze afbeelding.

2Selecteer het nummer van de lade waarvan u de papierinstellingen wilt opgeven.

3Druk op [Aangep. pap. kiezen].

4Selecteer het aangepaste papier dat u wilt gebruiken en druk vervolgens op [OK].

Schermafbeelding bedieningspaneel

Het aangepaste papier dat in de gelecteerde lade gebruikt kan worden, verschijnt.

Druk op [Pijl-omhoogVorige] of [Pijl-omlaagVolg.] om door de lijst te scrollen en het papier te zoeken dat u wilt selecteren.

Na het selecteren van aangepast papier, kunt u het formaat en de soort controleren door op [Modi controleren] te drukken.

5Als u gebruikmaakt van de Pro C751EX/Pro C651EX, verander dan indien nodig de instellingen van de kopieerfunctie (zoals Tussenvoegvel 1streepje8 en Voorblad).

6Druk op de knop [Papierinstelling].

U kunt het scherm Instell. papierlade ook sluiten door op [Afsluiten] te drukken.