![]() ![]() | ![]() | ||
![]()
Zelfs als u een gebruikerscode wijzigt, zal de waarde van de teller niet worden gewist.
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
Druk op [Systeeminstellingen].

Druk op [Beheerder toepassingen].
Druk op [Adresboekmanagement].
Controleer of [Progr./Wijz.] geselecteerd is.
Selecteer de gebruiker waarvoor u de gebruikerscode wilt wijzigen.
Druk op de naamtoets of voer het geregistreerde nummer in met de cijfertoetsen.
U kunt zoeken op basis van geregistreerde naam, gebruikerscode, e-mailadres of mapnaam.
Druk op [Verif. info].
Druk op [Wijzigen] en voer met de cijfertoetsen de nieuwe gebruikerscode in.

Druk op de toets [
].
Als u de beschikbare functies wilt veranderen, drukt u tweemaal op [
Volg.].
Druk op de toets om de functies te selecteren die u wilt inschakelen.
Druk op de toets zodat de toets wordt gemarkeerd en de functie wordt ingeschakeld.
Druk op [OK].
Druk op [Afsluit.].
Druk op de knop [Gebruikersinstellingen].
![]()
Om de naam, toetsweergave en titel te wijzigen, zie Namen registreren.