Koptekst overslaan
 

Bedieningspaneel

Belangrijk

  • Schakel de hoofdschakelaar niet uit als het lampje van de aan-/uitschakelaar aan is of knippert. De harde schijf kan hierdoor worden beschadigd.

Genummerde afbeelding van het bedieningspaneel

  1. Display

    Geeft de toetsen weer voor iedere functie, bewerkingsstatus of berichten. Zie Display.

  2. Cijfertoetsen

    Gebruik deze toetsen om de hoeveelheid kopieën en gegevens voor de geselecteerde functie in te voeren.

  3. [Instellingen verwijderen]-knop

    Druk op deze knop om de huidige instellingen te verwijderen.

  4. [Programmeren]-knop (kopieer-, Document Server- en scannermodus)

    • Druk op deze knop om veelgebruikte instellingen vast te leggen of vastgelegde instellingen op te roepen.

      Raadpleeg de Kopieer- en Document Serverhandleiding voor details.

      Raadpleeg de Scannerhandleiding.

    • Druk op deze knop om standaarden in te stellen voor het basisdisplay wanneer modi zijn gewist of gereset, of onmiddellijk nadat de aan-/uitknop is aangezet.

      Zie de Kopieer- en Document Serverhandleiding.

      Zie de Scannerhandleiding.

  5. [Onderbreken]-knop

    Druk deze toets in om andere kopieën tussendoor te maken. Raadpleeg de Kopieer- en Document Serverhandleiding.

  6. Indicatielampje Hoofdstroom

    Het indicatielampje Hoofdstroom gaat branden wanneer u de hoofdstroomschakelaar inschakelt.

  7. Aan/uit-schakelaar

    Druk op deze schakelaar om het apparaat aan te zetten (het lampje van de bedieningsschakelaar gaat aan). Druk nog een keer op deze schakelaar om het apparaat uit te zetten (het lampje van de bedieningsschakelaar gaat uit).

    Zie De stroom in-/uitschakelen.

  8. [Energiespaarstand]-knop

    Druk op deze knop om het apparaat in de energiespaarstand te zetten of er weer uit te halen. Zie Energie besparen.

  9. [Inloggen/Uitloggen]-knop

    Druk hierop om in of uit te loggen.

  10. [Scherp]-knop (Enter)

    Druk op deze knop om de waardes te bevestigen die zijn ingevoerd of items die zijn opgegeven.

  11. [Gebruikersinstellingen]-knop

    Druk op deze knop om de standaard instellingen aan te passen aan uw eisen. Raadpleeg de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen voor details.

  12. [Papierinstelling]-knop

    Specificeer de instellingen voor de papierlade. Zie de Handleiding Papierinstellingen.

  13. [Teller]-knop

    Druk op deze knop om de tellerwaarde te bekijken of af te drukken. Zie Teller.

  14. [Taal]-knop

    Druk hierop om de taal van het scherm te wijzigen. Zie De taal van het display wijzigen.

  15. [Eenvoudige weergave]-knop

    Druk op deze knop om naar de eenvoudige weergave over te gaan. Zie Eenvoudige weergave.

  16. [Testafdruk]-knop

    Druk op deze knop als u een reeks kopieën wilt maken om de afdrukkwaliteit te controleren voordat u een aantal sets kopieert. Raadpleeg de Kopieer- en Document Serverhandleiding.

  17. [Start]-knop

    Druk op deze knop om te kopiëren, te scannen of te verzenden.

  18. [Wissen]-knop

    Druk op deze knop om een ingevoerd cijfer te wissen.

  19. [Stop]-knop

    Druk op deze knop om een taak die wordt uitgevoerd te stoppen.

    Dezeknop functioneert niet wanneer het apparaat in de printermodus staat.

  20. Functieknoppen

    Druk hierop om het bedieningsscherm van één van de volgende functies weer te geven: kopieerapparaat, Document Server, printer of scanner.

    Het lichtje links van de knop die u hebt gekozen, gaat branden. Zie Modi wijzigen.

    Als zich een fout voordoet, gaat het lampje rechts van de functieknop branden. Druk op de functieknop om het scherm te wijzigen en volg daarna de getoonde aanwijzingen.

  21. Waarschuwingsindicatielampje

    Brandt ononderbroken wanneer er een storing is opgetreden.

  22. Indicatielampje Inkomende gegevens (printermodus)

    Knippert wanneer het apparaat afdrukopdrachten ontvangt van een computer.

  23. [Nieuwe Taak]-knop

    Gebruik deze knop om de volgende kopieertaak in te stellen terwijl er gekopieerd wordt of terwijl er gegevens worden opgeslagen in de Document Server.

  24. Schermcontrast schuiftoets

    Dit regelt de helderheid van het display.