Met deze functie kunt u afbeeldingen verkleinen of vergroten door een vooraf ingestelde verhouding te selecteren.
U kunt maximaal twee vaak gebruikte verkleinings-/vergrotingsfactoren programmeren die anders zijn dan de vaste verkleinings-/vergrotingsfactoren.

Basispunt
Het basispunt van Verkleinen/Vergroten verschilt afhankelijk van de manier waarop het origineel is gescand. Wanneer het origineel op de glasplaat is gelegd, is de linker bovenhoek het basispunt. Wanneer het origineel in de ADF is geplaatst, is de linker onderhoek het basispunt.

Basispunt bij plaatsing op de glasplaat
Basispunt bij plaatsing in de ADF
Druk op [Verkleinen/Vergroten].

Om een vooraf ingestelde verhouding op het beginscherm te selecteren, moet u op de toets Verkleinen/Vergroten drukken.
Selecteer een verhouding en druk vervolgens op [OK].

Plaats de originelen en druk vervolgens op de [Start]-knop.
![]()
U kunt de reproductieratio's, die op het basisscherm worden weergegeven, wijzigen onder Reproductieratio in Gebruikerstools. Voor meer informatie over de Reproductieratio, zie Reproductieratio
.
U kunt kiezen uit 12 vaste factoren (5 vergrotingsfactoren, 7 verkleiningsfactoren).
U kunt de reproductieratio selecteren, ongeacht het formaat van het origineel of het kopieerpapier. Bij sommige factoren kunnen delen van de afbeelding echter niet worden gekopieerd of zullen er marges verschijnen op de kopieën.