![]() ![]() | ![]() | ||
In dit onderdeel worden de waarschijnlijke oorzaken van en mogelijke oplossingen voor problemen met betrekking tot verzending en ontvangst beschreven.
Probleem |
Oorzaak |
Oplossing |
|---|---|---|
Zowel verzending als ontvangst zijn niet mogelijk. |
Het modulaire snoer kan loszitten. |
Zorg ervoor dat het modulaire snoer correct is aangesloten. Zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen voor details. |
Zowel verzending als ontvangst zijn niet mogelijk. |
De instelling van de terminal adapter is onjuist. |
Controleer de instelling. |
Probleem |
Oorzaak |
Oplossing |
|---|---|---|
Document verschijnt blanco aan de andere kant. |
Het origineel is ondersteboven geplaatst. |
Plaats het juist. Zie de Faxhandleiding. |
Verzending is mislukt door fout "Max. E-mailform.". |
Het internetfaxdocument is groter dan het maximale e-mailformaat dat op het apparaat opgegeven staat. |
Stel [Max.E-mailform.] onder [E-mailinst.] in op [Uit] of stel de maximale e-mailgrootte in op een hogere waarde. Verzend het document vervolgens opnieuw. Zie de Faxhandleiding. |
LAN-faxstuurprogramma werkt niet. |
De ingevoerde log-in gebruikersnaam, het log-in wachtwoord of de coderingssleutel voor het stuurprogramma is onjuist. |
Controleer uw log-in gebruikersnaam, het log-in wachtwoord of de coderingssleutel voor het stuurprogramma en voer ze juist in. Neem contact op met de beheerder. |
LAN-faxstuurprogramma werkt niet. |
Er is een hoog beveiligingsniveau ingesteld door de uitgebreide beveiligingsfunctie. |
Neem contact op met de beheerder. |
Kan geen geheugentransmissie annuleren. |
Het document wordt gescand. |
Druk op de [Wis/Stop]-knop. Zie de Faxhandleiding. |
Kan geen geheugentransmissie annuleren. |
Het document wordt verzonden of staat stand-by. |
Druk op de [Wis/Stop]-knop. Zie de Faxhandleiding. |
Kan geen onmiddellijke verzending annuleren. |
- |
Druk op de [Wis/Stop]-knop. Zie de Faxhandleiding. |
Kan geen internetfaxverzending annuleren. |
- |
Druk op de [Wis/Stop]-knop. Zie de Faxhandleiding. Een internetfaxverzending kan enkel worden geannuleerd tijdens het scannen. Het is niet mogelijk tijdens communicatie. |
Een groepspecificatie was ingesteld voor het onderstaande, maar ontvangst was niet mogelijk. Doorzenden, Doorzenden van bijzondere afzender, TX-resultaten e-mailen, Routing e-mail die is ontvangen via SMTP. |
Het aantal opgegeven bestemmingen overschrijdt het maximale aantal dat als een groep kan worden opgegeven. |
U kunt per groep maximaal 100 bestemmingen opgeven. Controleer of er te veel leden in het adresboek geregistreerd staan. Als een groep in een andere groep geregistreerd staat, wordt de verzending geannuleerd, maar verschijnt er geen foutmelding. Zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen. |
Probleem |
Oorzaak |
Oplossing |
|---|---|---|
Het apparaat was niet in staat om ontvangen faxdocumenten af te drukken. |
Als dit is gebeurd terwijl het indicatielampje Bestand ontvangen oplichtte, is het mogelijk dat het papier of de toner op is, zodat er niet kan worden afgedrukt. |
Raadpleeg de Faxhandleiding. |
Het apparaat was niet in staat om ontvangen faxdocumenten af te drukken. |
Wanneer het indicatielampje |
Plaats papier in de papierlade. Zie de handleiding Over dit Apparaat. |
Ontvangst is onmogelijk, verzending is wel mogelijk. |
De toner is op. |
Plaats een nieuwe tonerfles. Zie de handleiding Over dit Apparaat. |
Ontvangst is mogelijk, maar verzending niet. |
De instelling van de terminal adapter is onjuist. |
Controleer de instelling. |
Verzending is mogelijk, maar ontvangst niet. |
De instelling van de terminal adapter is onjuist. |
Controleer de instelling. |
Probleem |
Oorzaak |
Oplossing |
|---|---|---|
De afdruk is scheef. |
Wellicht zijn de zijafscheidingen van de lade niet vergrendeld. |
Controleer of de zijafscheidingen zijn vergrendeld. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding Over dit apparaat. |
De afdruk is scheef. |
Het papier is scheef ingevoerd. |
Plaats het papier op de juiste wijze. Zie de handleiding Over dit Apparaat. |
De afdruk is scheef. |
De klep van het apparaat is open. |
Zorg ervoor dat de kleppen rechts en rechtsonder goed gesloten zijn. |
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Het aantal geplaatste vellen overschrijdt de maximale capaciteit van het apparaat. |
Stapel papier niet boven de bovenste markeringen op de zijafscheidingen van de papierlade of handinvoerlade. |
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Het papier is vochtig. |
Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Raadpleeg de handleiding Over dit apparaat voor meer informatie over de juiste wijze van papieropslag. |
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Het papier is te dik of te dun. |
Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Raadpleeg de handleiding Over dit apparaat. |
Er treden geregeld papierstoringen op. |
Het kopieerpapier is verkreukeld of gevouwen/gekreukeld. |
Gebruik alleen aanbevolen papier en zorg ervoor dat dit wordt opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Voor meer informatie over het aanbevolen papier en de juiste manier om dit te op te slaan, zie Over dit apparaat. |
Kopieerpapier raakt gekreukeld. |
Er wordt bedrukt papier gebruikt. |
Plaats geen vellen die al eerder gekopieerd of bedrukt zijn door een ander apparaat. |
Kopieerpapier raakt gekreukeld. |
Het papier is vochtig. |
Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Raadpleeg de handleiding Over dit apparaat voor meer informatie over de juiste wijze van papieropslag. |
Kopieerpapier raakt gekreukeld. |
Het papier is te dun. |
Gebruik papier dat geschikt is voor dit apparaat. Raadpleeg de handleiding Over dit apparaat. |
De afgedrukte afbeeldingen bevatten vlekken. |
Het apparaat staat niet op een vlakke ondergrond. |
Het apparaat moet op een stabiele en vlakke ondergrond staan. Controleer de omgeving om te bepalen waar u het apparaat plaatst. Zie de handleiding Over dit apparaat. |
De afgedrukte afbeeldingen bevatten vlekken. |
Het papier is gekreukt, gekruld of beschadigd. |
Strijk het papier glad als het gekruld is. Neem ander papier als het gekreukt of beschadigd is. Raadpleeg de handleiding Over dit apparaat. |
De afbeelding is te donker of te licht. |
De instellingen voor de papiersoort zijn niet correct opgegeven. |
Controleer of het papier dat in de papierlade of de handinvoerlade zit, overeenkomt met de papiersoort op het display. Raadpleeg de handleiding Over dit apparaat. |
De afbeelding is te donker of te licht. |
Als u tonerflessen gebruikt die niet door de leverancier worden aangeraden of als u de tonerfles opnieuw vult, kan de afdrukkwaliteit afnemen of kan er een storing ontstaan. |
Gebruik enkel tonerflessen die door de leverancier worden aangeraden. |
De achtergrond van ontvangen afbeeldingen is vies. De afbeeldingen op de achterkant van de pagina verschijnen op de kopie. |
De belichting is te donker. |
Pas de scanbelichtingsinstellingen aan. Zie de Faxhandleiding. |
Afgedrukte of verzonden afbeeldingen zijn vlekkerig. |
De glasplaat of ADF is vies. |
Maak deze schoon. Zie de handleiding Over dit apparaat. |
De ontvangen afbeelding is te licht. |
Wanneer u vochtig, ruw of bewerkt papier gebruikt, kunnen sommige afdrukgebieden niet volledig worden geproduceerd. |
Gebruik alleen aanbevolen papier. Raadpleeg de handleiding Over dit apparaat. |
De ontvangen afbeelding is te licht. |
Het papier is vochtig. |
Gebruik papier dat is opgeslagen onder de aanbevolen temperatuur en luchtvochtigheid. Raadpleeg de handleiding Over dit apparaat. |
De ontvangen afbeelding is te licht. |
|
|
De ontvangen afbeelding is te licht. |
Als het indicatielampje |
Vervang de tonerfles binnenkort. Zie de handleiding Over dit Apparaat. |
De naam van het andere faxapparaat wordt niet correct afgedrukt of weergegeven. |
Wanneer een bestemming in het adresboek wordt geprogrammeerd met SmartDeviceMonitor for Admin of Web Image Monitor, is het mogelijk dat in sommige talen de geprogrammeerde bestemming niet correct wordt afgedrukt of weergegeven. |
Gebruik ASCII-tekens (bv. a-z, 0- 9). |
Probleem |
Oorzaak |
Oplossing |
|---|---|---|
Alle faxdocumenten die in het geheugen waren opgeslagen, zijn verdwenen. Onder deze documenten vallen diegene die zijn opslagen middels Geheugenverzending/-ontvangst, Geheugenslot of Vervangende Ontvangst. |
Alle faxdocumenten verdwijnen uit het geheugen als de stroomtoevoer naar het apparaat gedurende ongeveer 12 uur of langer werd onderbroken. |
Indien om deze reden documenten verloren zijn gegaan, wordt bij het aanzetten van het apparaat automatisch een stroomstoringsrapport afgedrukt. Indien faxdocumenten die zijn opgeslagen via Geheugenverzending verloren zijn gegaan, controleer dan de bestemmingen en verstuur de documenten nogmaals. Indien faxdocumenten die zijn ontvangen via het Geheugen, Geheugenbeveiliging of Vervangende ontvangst verloren zijn gegaan, vraag de afzenders dan of ze de documenten opnieuw willen verzenden. Zie De hoofdschakelaar uitschakelen / In geval van een stroomonderbreking. |
De volgende functies zijn niet beschikbaar: Doorzenden, routing e-mail die is ontvangen via SMTP. |
Deze functie is niet beschikbaar gemaakt door de geavanceerde beveiligingsfunctie. |
Neem contact op met de beheerder. |