Koptekst overslaan
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

Een gebruikerscode registreren

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een gebruikerscode registreert.

  1. Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

  2. Selecteer [Systeeminstellingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  3. Selecteer [Beheerderstoepassingen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  4. Selecteer [Adresboekbeheer] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  5. Selecteer [Programmeren/Wijzigen] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  6. Voer het registratienummer in dat u wilt programmeren met de cijfertoetsen of de snelkeuzetoetsen, en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

    U kunt automatisch de registratienummers 001 - 016 specificeren door op de Snelkeuzetoetsen te drukken.

    Druk op [Zoeken] om te specificeren op naam, bestemmingslijst, registratienummer, gebruikerscode, faxnummer, e-mailadres of mapbestemming.

  7. Druk op de [OK]-knop.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  8. Druk op [Details].

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  9. Selecteer [Verif.info] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  10. Selecteer [Gebruikerscode] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  11. Voer de gebruikerscode in met de cijfertoetsen en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

    Als u een foute code hebt ingevoerd, druk dan op de[Wis/Stop]-toets en voer de juiste code opnieuw in.

    U kunt maximaal acht getallen gebruiken om de gebruikerscode te specificeren.

  12. Selecteer [Funct. over verif. toest.] met [Pijl-omhoog] of [Pijl-omlaag] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  13. Selecteer de functie waarvoor u de gebruikerscode wilt instellen met [Pijl-rechts] en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  14. Druk op de [Escape]-knop.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  15. Druk op [Einde].

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  16. Druk op de [OK]-knop.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  17. Druk op de [Gebruikersinstellingen/Teller]-knop.

Opmerking

Verwijzing