Koptekst overslaan
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

De apparaatstatus controleren

Volg de onderstaande procedure om de apparaatstatus te controleren.

  1. Start SmartDeviceMonitor for Admin op.

  2. Wijs in het menu [Groep] de optie [Apparaat zoeken] aan en klik vervolgens op [IPv4], [IPX/SPX] of [IPv4 SNMPv3].

    Er verschijnt een lijst van apparaten die het geselecteerde protocol gebruiken.

    Selecteer het protocol van het apparaat waarvan u de configuratie wilt wijzigen.

    Als u TCP/IP SNMP v3 gebruikt, voert u de gebruikersverificatie in.

  3. Klik op het menu [Weergave] en vervolgens op [Kolommen app.lijst select.].

  4. Vanuit [Apparaat] in het dialoogvak [Kolommen app.lijst select.] selecteert u de items die u wilt weergegeven en klikt u vervolgens op [Toevoegen].

    De geselecteerde items worden verplaatst naar [Weergeven].

  5. Verplaats alle items die u wilt weergeven en klik vervolgens op [OK].

    Een pictogram in de lijst geeft de status van het apparaat weer.

  6. Voor meer informatie over de status van een apparaat, selecteert u het apparaat waarvan u de gegevens wilt kennen en klikt u vervolgens op [Openen] in het menu [Apparaatinstellingen].

    Het dialoogvak van het geselecteerde apparaat verschijnt.

  7. Klik op de toepassing waarvan u de status wilt bekijken.

    De status van het apparaat wordt weergegeven.

  8. Sluit SmartDeviceMonitor for Admin af.

Opmerking