Bedieningspaneel

Indicatielampje bestand ontvangen (faxmodus)

Brandt continu als er een bestand wordt ontvangen. Knippert voor Geheugenbeveiligings-bestanden. Zie "Soorten ontvangst", Faxhandleiding.

Indicatielampje communicatie (faxmodus)

Brandt tijdens het verzenden of ontvangen van gegevens.

[Geheugenverzending]-toets(faxmodus)

Druk op deze toets voor geheugenverzending. Zie "Verzendingsmodi", Faxhandleiding.

[Direct Kiezen]-toets (faxmodus)

Druk op deze toets om bel- en datatonen op de faxlijn te horen tijdens het bellen van een faxnummer, net alsof de hoorn van de haak is. Voor meer informatie, zie "Direct kiezen", Faxhandleiding.

[Fax]-toets

Druk op deze toets om de faxfunctie te activeren. Zie de Faxhandleiding.

[Zoek bestemming]-toets (scanner- en faxmodus)

Druk op deze toets om te zoeken naar een bestemming die is opgeslagen in de lijst met bestemmingen.

[Controleer bestemming]-toets (scanner- en faxmodus)

Druk op deze toets om de ingegeven bestemming te controleren.

[Taakinformatie]-toets (scanner- en faxmodus)

Druk op deze toets om statusinformatie over verzonden gegevens te verkrijgen.

[Kleurenscan]-toets

Druk op deze toets om de gekleurde originelen in te scannen.

[Scanner]-toets

Druk op deze toets om de scannerfunctie te activeren. Zie de Scannerhandleiding.

[Kopieerapparaat]-toets

Druk op deze toets om de kopieerfunctie te activeren. Zie de Kopieerhandleiding.

[Printer]-knop

Druk op deze toets om de printerfunctie te activeren. Raadpleeg de Printerhandleiding voor details.

Indicatielampjes

Fouten en apparaatstatus weergeven.

: Waarschuwingslampje. Zie Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen of "Verwijderen verkeerde invoer", Problemen oplossen.

: Indicatielampje papier bijvullen.

: Indicatielampje toner toevoegen.

Selectietoetsen

Komt overeen met onderdelen op het display. Druk op deze toets om het bijbehorende onderdeel te selecteren.

Display

Geeft operationele statussen en berichten weer. Zie "Display".

Scroll-toetsen

Druk op deze toets om een onderdeel te selecteren.

[]: scrollt omhoog

[]: scrollt naar beneden

[]: scrollt naar rechts

[]: scrollt naar links

Cijfertoetsen

Druk in om numerieke waarden in te voeren.

[Gebruikersinstellingen/Teller]-toets

• Gebruikersinstellingen

  Druk op deze toets om een standaard of bedieningsparameter naar wens te veranderen. Zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.

• Teller

  Druk op deze knop om de tellerwaarde te bekijken of af te drukken. Zie "Teller".

[Instellingen verwijderen]-knop

Druk op deze knop om de huidige instellingen te verwijderen.

Indicatielampje Hoofdstroom

Het indicatielampje Hoofdstroom gaat branden wanneer u de hoofdstroomschakelaar inschakelt.

Gebruikersfunctie-toetsen (faxmodus)

Functies die u vaak gebruikt, kunt u programmeren in deze toetsen onder [Stel gebr.functietoets in]. Zie "Faxkenmerken", Faxhandleiding.

Standaard zijn de volgende functies ingesteld:

[F1]-toets: Start handmatige ontvangst

[F2]-toets: Wissel van ontvangstmodus

[F3]-toets: Verslag afdrukken

[Resolutie]-toets (faxmodus)

Druk op deze toets om de resolutie van de fax in te stellen. Zie "Scaninstellingen", Faxhandleiding.

Toets[Pauze/Herhalen]-toets (faxmodus)

• Pauze

  Druk op deze toets om een pauze in de faxbelrij in te voegen. U kunt geen pauze invoegen aan het begin van een rij. De pauze wordt weergegeven door "-".

• Herhalen

  Druk op deze toets om een recentelijk gebeld faxnummer te selecteren. Voor meer informatie, zie "Aangeven van een bestemming", Faxhandleiding.

Snelkiezen-toetsen

Druk op deze toets om letters en symbolen in te voeren. Zie "Tekst Invoeren".

Druk op deze toets om de geregistreerde bestemming direct te selecteren.

Toets [Online] (printermodus)

Druk op deze toets om te wisselen tussen online- en offlinemodi.

Indicatielampje Inkomende gegevens (printermodus)

Knippert wanneer het apparaat afdrukopdrachten of LAN-faxdocumenten van een computer ontvangt. Zie de Faxhandleiding en Printerhandleiding.

Toets [Combineren/Serie] (kopieermodus)

• Combineren

  Combineert de pagina's van een origineel dat uit meerdere vellen bestaat op een enkel vel, en drukt dit af. Voor meer informatie, zie "Kopiëren", Kopieerhandleiding.

• Reeksen

  Drukt iedere pagina van een dubbelzijdig origineel af op een apart vel.

[Duplex]-toets(kopieermodus)

Gebruik duplex afdrukken als u een origineel wilt kopiëren dat bestaan uit meerdere vellen. Voor meer informatie, zie "Kopiëren", Kopieerhandleiding.

[Sorteren]-toets (kopieermodus)

Druk op deze toets om automatisch afgedrukte kopieën te sorteren. Zie "Kopiëren", Kopieerhandleiding.

Toets [Lichter], Toets [Donkerder](kopieer-, scanner,- en faxmodus)

Druk op deze toets om de scanbelichting aan te passen van de kopieer-, scanner- en faxfuncties.

[Escape]-toets

Druk op deze toets om een handeling te annuleren of terug te gaan naar het vorige scherm.

[Origineel]-toets(kopieer-, scanner- en faxmodus)

Druk op deze toets om de meest geschikte scanmethode voor het origineel te selecteren. Zie de Kopieerhandleiding en de Faxhandleiding.

[OK]-toets

Druk op deze toets om een geselecteerd onderdeel of een numerieke waarde te bevestigen.

[] toets(Enter-toets)

Druk op deze toets om een geselecteerd onderdeel of een numerieke waarde te bevestigen.

[Start]-knop

Druk op deze knop om te kopiëren, af te drukken, te scannen of te verzenden.

Toets[Wis/Stop]

• Geen overgebleven gegevens aanwezig

  Wist een ingevoerde numerieke waarde.

• Stoppen

  Druk op deze toets om een taak die wordt uitgevoerd zoals kopiëren, scannen, faxen of afdrukken, te stoppen.

Aan/uit-schakelaar

Druk hierop om het apparaat aan te zetten (het indicatielampje van de aan-/uitschakelaar gaat aan). Druk nog een keer op deze schakelaar om het apparaat uit te schakelen (het indicatielampje van de aan-/uitschakelaar gaat uit). Zie "Het apparaat in-/uitschakelen".