Koptekst overslaan
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

Verzenden met IP-Fax

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een bestemming opgeeft met IP-Faxverzending.

Wanneer IP-Faxverzending wordt gebruikt, geeft u de IP-Faxbestemming (IP-adres, hostnaam of alias telefoonnummer) op in plaats van het faxnummer.

Belangrijk

  1. Druk op [TX modus].

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  2. Selecteer [Selecteer lijn] met de [Pijl-omhoog] of de [Pijl-omlaag], en druk vervolgens op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  3. Selecteer [H.323] of [SIP] met de [Pijl-omhoog] of de [Pijl-omlaag], en druk op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  4. Druk op de [Escape]-knop.

    Het stand-by scherm verschijnt.

  5. Druk op [Handm.].

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  6. Voer de IP-Faxbestemming in en druk op de [OK]-toets.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

    Indien u zich vergist, druk dan op de toets [Wis/Stop]. Voer de juiste tekens vervolgens opnieuw in.

    U kunt de IP-Faxbestemming wijzigen nadat u op [OK] heeft gedrukt door op [Best.bw.] te drukken, de IP-Faxbestemming opnieuw in te voeren en vervolgens op de [OK]-toets te drukken.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  7. Druk op [Best.tv.] om een bestemming toe te voegen.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

  8. Geef de volgende bestemming op.

    Schermafbeelding bedieningspaneel

    U kunt nog een bestemming toevoegen door stap 7 en 8 te herhalen.

    Door te drukken op [Schermafbeelding Bedieningspaneel] wisselt het bestemmingstype tussen Schermafbeelding Bedieningspaneel en Schermafbeelding Bedieningspaneel.

  9. Druk op de [Start]-knop.

    Het apparaat begint het scannen van het origineel en slaat dit op in het geheugen. Wanneer het scannen stopt, gaat de indicator Communiceren branden en start de verzending.

Opmerking

Verwijzing

Verwante onderwerpen

Wanneer u een gatekeeper- of SIP-server gebruikt
Een poortnummer instellen