Koptekst overslaan
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

Geavanceerde eigenschappen opstarten

  1. Open het scherm met het configuratiemenu in Web Image Monitor.

  2. Klik in "Instellingen Uitgebreide Eigenschap" op [Startup instelling].

    Er verschijnt een lijst met alle geïnstalleerde geavanceerde eigenschappen.

  3. Selecteer de geavanceerde eigenschappen die u wilt opstarten, te kiezen uit diegene met de status "Stoppen", "Uitstellen", of "Beëindigen", door te klikken op selectievakje (rondje) in de lijst onder "Selectie".

    Illustratie scherm Webbrowser

  4. Klik op [Startup/Stop].

    Illustratie scherm Webbrowser

    Afhankelijk van het type en de status van de geavanceerde eigenschappen die u selecteert, reageert het apparaat als volgt:

    Geavanceerde eigenschappen van Type-J*1

    • Als "Onderbreken" wordt weergegeven:

      De "Status" verandert in "Stoppen".

      Als u nogmaals op [Startup/Stop] klikt, verandert de "Status" in "Bezig met Startup". De geavanceerde eigenschappen worden opgestart en worden bruikbaar.

    • Als "Stoppen" wordt weergegeven:

      De "Status" verandert in "Bezig met Startup". De geavanceerde eigenschappen worden opgestart en worden bruikbaar.

    Geavanceerde eigenschappen van Type-C*2

    • Als "Eindigen" wordt weergegeven:

      De "Status" verandert in "Bezig met Startup". De geavanceerde eigenschappen worden opgestart en worden bruikbaar.

    • Als "Stoppen" wordt weergegeven:

      De "Status" verandert in "Wachten".

      Nadat u het apparaat opnieuw opstart, verandert de "Status" in "Bezig met Startup". De geavanceerde eigenschappen worden opgestart en worden bruikbaar.

      Als u nogmaals op [Startup/Stop] klikt zonder het apparaat opnieuw op te starten, verandert de "Status" weer in "Stoppen".

    *1 Embedded Software Architecture-applicatie (Java-versie)

    *2 Embedded Software Architecture-applicatie (C-versie)

  5. Klik op [Terug].

Opmerking

Verwijzing