![]() ![]() | ![]() | ||
Als u kopieert op dik papier, selecteer dan de papiersoort en het -formaat.
Open de handinvoer en plaats het papier met de te kopiëren zijde naar beneden tot het geluidssignaal klinkt.
Positioneer de papiergeleiders op basis van het papierformaat.
Druk op de toets [Handinvoer] en druk vervolgens op de [
]-knop.
Druk op [Papiertype].
Kies een papiergewicht van 1 t/m 3 en druk dan op [OK].

Selecteer [Dik papier 1] als het gewicht van het papier zich tussen de 106 g/m2 (28 lb. bankpost) en 169 g/m2 (90 lb. index) bevindt.
Selecteer [Dik papier 2] als het gewicht van het papier zich tussen de 170 g/m2 (65 lb. kaft) en 210 g/m2 (54 lb. kaft) bevindt.
Selecteer [Dik papier 3] als het gewicht van het papier tussen 211 g/m2 (80 lb. kaft) en 256 g/m2 (140 lb. index) ligt.
Specificeer het papierformaat en druk vervolgens tweemaal op [OK].
Plaats de originelen en druk vervolgens op de [Start]-knop.
![]()
Afdrukken op dik papier kan langzamer zijn dan afdrukken op gewoon papier.
Om papierstoringen te voorkomen moet u het papier losschudden voordat u het op de lade plaatst.