Koptekst overslaan
 

Papier plaatsen in de Tussenvoegeenheid

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u papier in de tussenvoegeenheid plaatst.

Belangrijk

  • Plaats het papier in de tusseneenheid in dezelfde richting als het papier in de papierlade.

  • De niet- of perforeerlocaties bevinden zich aan de linkerkant van het papier wanneer u met uw gezicht naar het apparaat staat.

  • Leg niets op de sensor liggen en laat er geen documenten op achter. Dit kan leiden tot slecht inscannen van het papierformaat of tot papierstoringen.

  • Wanneer u de Z-vouwfunctie gebruikt, moet het papier in de interposer hetzelfde formaat hebben als de in Z-gevouwen afdrukken. Als het papier in de interposer groter is dan de in Z-gevouwen vellen, dan kan er een papierstoring ontstaan.

  • Elke lade heeft een maximale capaciteit van 200 vellen papier. Stapel het papier niet hoger dan de limietmarkering.

  • Gebruik geen papier waarop al door dit apparaat is afgedrukt.

1Druk de ontgrendelingshendel in en lijn tegelijkertijd de zijafscheidingen uit op het te plaatsen papierformaat.

Afbeelding van de tussenvoegeenheid

2Plaats het papier netjes. Druk de zijafscheidingen dicht tegen het geplaatste papier aan.

Plaats het papier met de afdrukzijde naar boven.

Afbeelding van de tussenvoegeenheid

Wanneer u papier plaatst dat groter is dan A4 of 81/2" × 11", trek dan verlengstuk uit.

Opmerking

  • Als u papier plaatst dat niet automatisch kan worden gedetecteerd, moet u het papierformaat via het display opgeven.