Wat u wel en niet moet doen

Schakel het apparaat niet uit als het indicatielampje van de aan-/uitschakelaar aan is of knippert. De harde schijf kan hierdoor worden beschadigd.

Raak de gebieden op of rond de fuseereenheid niet aan. Deze gebieden worden heet.

De gebieden rond de ventilatiegaten kunnen warm aanvoelen. Dit wordt veroorzaakt door uitlaatlucht en is geen defect.

Als de omgevingstemperatuur hoog is, dan maakt de ventilator voor de interne koeling geluid als het apparaat in standby-modus staat. Dit lawaai geeft geen defect aan. Zet de machine niet uit.

Gebruikt u dit apparaat lang in een kleine ruimte zonder goede ventilatie, dan zult u een vreemde geur waarnemen. Om de werkplek aangenaam te houden, adviseren wij u om de werkruimte goed te ventileren.

Er kan zich condensatie vormen aan de binnenkant van het apparaat als het wordt verplaatst van een koude naar een warme plaats. Laat het apparaat minstens een uur ongebruikt staan nadat u het heeft verplaatst. Het apparaat heeft die tijd nodig om te wennen aan de nieuwe omgeving.

Er doet zich een storing voor in het apparaat als de interne temperatuur te hoog wordt. Zorg ervoor dat u de invoer- en uitlaatgaten niet blokkeert.

Zet de stroom niet uit als het apparaat bezig is met een bewerking. Zie "Het apparaat in-/uitschakelen".

Open de kleppen van het apparaat niet terwijl het in werking is. Het papier kan vastlopen als u dit doet.

Verplaats of kantel het apparaat niet wanneer het apparaat aan staat.

Pas op dat er geen kleine voorwerpen (zoals paperclips) in het apparaat vallen of vast komen te zitten.

Klop niet op het apparaat als het in werking is (gebruik bijvoorbeeld de oppervlaktes van het apparaat niet om papier recht te kloppen).

Tijdens het afdrukken kan er stoom ontsnappen uit het ventilatiegat achter het bedieningspaneel, afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de vochtigheidsgraad. Dit is waterdamp van het papier en geen teken dat er zich een storing voordoet.

Het apparaat drukt misschien niet goed af als er zich condens vormt binnen in het apparaat ten gevolge van een temperatuurverandering. Gebruik de optionele anti-condensatieverwarmers om dit probleem tegen te gaan.

Zorg ervoor dat u de geregistreerde instellingen van het apparaat noteert voor het geval ze verloren raken door een ongeluk of een storing.

De fabrikant is op geen enkele manier verantwoordelijk voor verlies of schade die het gevolg is van falen van het apparaat, verlies van instellingen of het gebruik van het apparaat.

De anti-vochtigheidsverwarmer en de optionele anti-condensatieverwarmer verwarmen de binnenkant van het apparaat om te voorkomen dat het te vochtig wordt. Deze verwarmers houden het apparaat warm, zelfs als het uitgeschakeld is.