Koptekst overslaan
 

SMTP ontvangstinst. bestandsbez.

Dit gedeelte beschrijft de gebruikersinstellingen in het menu SMTP ontvangstinstellingen bestandsbezorging onder Faxeigenschappen.

Wanneer een geautoriseerde e-mailadres is ingesteld, dan wordt e-mail die is ontvangen van adressen die niet overeenstemmen met het geautoriseerde adres, verworpen en wordt er een foutbericht geretourneerd aan de SMTP-server.

Het geautoriseerde e-mailadres wordt vergeleken met het adres van e-mailafzenders, zoals geïllustreerd door de volgende voorbeelden.

Er wordt geen Foutrapport uitgegeven, zelfs niet wanneer e-mail wordt verworpen.

Deze functie is beschikbaar op systemen voor routing van e-mail die is ontvangen via SMTP.

1Druk op [Faxeigenschappen].

2Druk op [Ontvangstinst.].

3Druk op [SMTP RX Inst. best. bez.].

4Druk op [Aan].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

5Druk op [Wijzigen].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

6Voer het e-mailadres voor verzending in waarvoor toestemming moet worden gevraagd.

Als u zich heeft vergist, drukt u op [Backspace] of [All.verw.] en voert u de waarde opnieuw in.

7Druk op [OK].

8Druk op [Beveiliging].

Als u de beveiligingsfunctie niet wilt opgeven, gaat u naar stap 11.

De Beveiliging staat ingesteld op S/MIME-verificatie. Neem voor meer informatie over de beveiligingsinstellingen contact op met uw beheerder.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

9Selecteer de beveiligingsfuncties.

Om de codering op te geven voor documenten die moeten worden bezorgd, drukt u op [Codering]. Om de coderingsfunctie te kunnen gebruiken, moet het adres in het Adresboek opgeslagen zijn en moet de coderingsoptie ingeschakeld zijn. Neem voor meer informatie over de coderingsfuncties contact op met uw beheerder.

Om een handtekening toe te voegen aan documenten die moeten worden bezorgd, drukt u op [Handtekening]. Voor meer informatie over Handtekening kunt u contact opnemen met uw netwerkbeheerder.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

10Druk op [OK].

11Druk op [Afsluiten].

12Druk op de toets [Gebruikersinstellingen/Teller].

Opmerking

  • Als u een e-mailbestemming voor bezorging heeft opgegeven, dan kunt u het bestandsformaat opgeven dat voor bezorging moet worden gebruikt. Zie "Parameterinstellingen" (schakelaar 21, bit 3).

  • Selecteer [Alles coderen] in de coderingsinstellingen en gecodeerde e-mail wordt verzonden, ongeacht de coderingsinstellingen in [Beveiliging]. Raadpleeg uw beheerder voor meer informatie over codering.

  • De elektronische handtekening wordt op de volgende manieren beperkt, afhankelijk van de S/MIME-instellingen op Web Image Monitor. Raadpleeg uw beheerder voor meer informatie over de elektronische handtekening.

    • Indien [Individueel instellen] is ingesteld:

      U kunt [Handtekening] instellen in [Beveiliging] en voor elke verzending een elektronische handtekening bij de e-mail voegen.

    • Indien [Gebruik geen handtekeningen] is ingesteld:

      Zelfs als u op [Beveiliging] drukt, verschijnt [Handtekening] niet.

    • Indien [Gebruik handtekeningen] is ingesteld:

      Er wordt een elektronische handtekening toegevoegd wanneer u e-mail verstuurt. De instelling [Handtekening] in [Beveiliging] kan niet worden geannuleerd.