Bovenste pagina > Problemen oplossen > Opmerkingen > Plaats van het apparaat > Stroomaansluiting

Stroomaansluiting

In dit onderdeel wordt de stroomtoevoer besproken.

Sluit het apparaat alleen aan op een stroombron die overeenkomt met de specificaties aan de binnenkant van de omslag van deze handleiding. Gebruik geen verlengsnoer.
Het gebruik van dit apparaat met een ander verlengsnoer of andere stroombronnen dan zijn beschreven in de hier opgegeven specificaties kan leiden tot elektrische schokken of brand.

Gebruik geen kabels die zijn beschadigd, gebroken of gemanipuleerd. Gebruik ook geen kabels die zijn geplet onder zware objecten, waaraan hard is getrokken of die ernstig zijn verbogen. Dit kan leiden tot brand of elektrische schokken.

Als de kabel is beschadigd en de binnenste bedrading is blootgelegd of gebroken, neem dan contact op met uw servicevertegenwoordiger om het snoer te vervangen. Het gebruik van beschadigde snoeren kan leiden tot brand of elektrische schokken.

Zorg ervoor dat u het apparaat zo dicht mogelijk bij een stopcontact plaatst, zodat u de stekker snel uit het stopcontact kunt halen in geval van nood.

Trek aan de stekker, niet aan het snoer, wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt.

Om het netsnoer uit het stopcontact te halen, dient u aan de stekker te trekken. Trek niet aan het snoer zelf. Dit kan leiden tot beschadiging van het snoer, waardoor er brand of elektrische schokken kunnen ontstaan.

Als de hoofdspanningschakelaar op de standby-stand staat, dan zijn de optionele anti-condensatieverwarmers aan. In het geval van een noodgeval, trekt u het snoer van het apparaat uit het stopcontact.
Als u het netsnoer uit het stopcontact haalt, dan gaan de anti-condensatieverwarmers uit.
Zorg dat de stekker goed in het stopcontact is geplaatst.
Het voltage mag niet meer dan 10% fluctueren.