In dit onderdeel worden de voorzorgsmaatregelen beschreven voor het plaatsen van het apparaat.
![]()
|
![]()
|
![]()
|
Temperatuur: 10-32 °C (50-89.6 °F) (luchtvochtigheid 54% bij 32 °C, 89.6 °F)
Luchtvochtigheid: 15-80% (temperatuur van 27 °C, 80.6 °F bij 80%)
Een stevige, vlakke ondergrond.
Het apparaat moet waterpas staan met een marge van 5 mm (0,2 inch), zowel van voor tot achter, als van links naar rechts.
Om mogelijke ozonvorming te vermijden, dient u dit apparaat in een goed geventileerde ruimte met een luchtverversing van meer dan 30 m3/uur/persoon te plaatsen.