Koptekst overslaanimage
InhoudVorigeVolgendeHelp

Beelddichtheid aanpassen

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de beelddichtheid kunt aanpassen voor de huidige afdruktaak.

Er zijn vijf dichtheidsniveaus. Hoe hoger het dichtheidsniveau, des te donkerder de gescande afbeelding.

  1. Druk op [Dichtheid].

    image

  2. Druk op [Dichtheid] of op [Pijl-omhoog][Pijl-omlaag] om het gewenste dichtheidsniveau te selecteren en druk op [OK].

    Opmerking

    • Druk op [image] of op [Wissen/Stop] om de huidige wijziging ongedaan te maken en terug te keren naar het beginscherm.

    • U kunt de standaardinstelling van het apparaat voor [Dichtheid] wijzigen zodat altijd met een bepaald dichtheidsniveau wordt gescand.

    • Tijdelijke instellingen worden in de volgende gevallen gewist:

      • Wanneer geen gegevens worden ingevoerd gedurende de tijdsperiode die is ingesteld in [Autom. wissen] en het beginscherm wordt weergegeven.

      • Wanneer u op [Wissen/Stop] drukt terwijl het beginscherm wordt weergegeven.

      • Wanneer de modus van het apparaat wordt gewijzigd.

      • Wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld.

      • Wanneer de standaardwaarde van het apparaat voor dezelfde instelling wordt gewijzigd.

    Verwijzing