![]() ![]() | ![]() | ||
In dit onderdeel wordt de basisbewerking beschreven voor het verzenden van gescande bestanden via e-mail, naar een FTP-server, of naar een computer. Het gescande bestand wordt via e-mail naar een FTP-server of naar een computer verzonden, afhankelijk van de opgegeven bestemming.
![]()
Het origineel in de ADF gaat voor het origineel op de glasplaat als u twee originelen tegelijk plaatst.
Wanneer u de functie Scan to e-mail, Scan to FTP of Scan to Folder gebruikt, dient u eerst de bestemming in het Adresboek te registreren met de Web Image Monitor.
Als er een USB-schrijf in het apparaat is geplaatst, zijn er geen andere scanfuncties dan Scan to USB mogelijk vanaf het bedieningspaneel. Er dient geen USB-schijf in het apparaat te zijn geplaatst.
Druk op [Scanner].

Bevestig dat het volgende venster op het venster wordt weergegeven.
| Gereed Druk op Adres |
Plaats het origineel op de belichtingsplaat of in de ADF.
Configureer zo nodig de geavanceerde scaninstellingen.
Druk op [Adresboek].
U kunt op [
][
] drukken om door het adresboek te bladeren.

Zoek de gewenste bestemming op door met de cijfertoetsen de naam van de bestemming op te geven en daarna op [OK] te drukken.
Op het scherm ziet u nu de namen die overeenkomen met de tekens die u hebt opgegeven.
Druk op [Start].

Afhankelijk van de instellingen van het apparaat ziet u mogelijk het volgende venster op het scherm wanneer u documenten op de glasplaat scant.
| Volgende scan? [1]Ja [2]Nee |
Als u dit scherm ziet, gaat u verder met de volgende stap.
Als u meer originelen wilt scannen, plaatst u het volgende origineel op de glasplaat en drukt u op [1]. Herhaal deze stap totdat alle originelen zijn gescand.
Als alle originelen zijn gescand, drukt u op [2] om het gescande bestand te gaan verzenden.
![]()
Om het scannen te annuleren druk op de toets [Scanner] en vervolgens op de toets [Wissen/Stop]. De scanbestanden worden dan verwijderd.
U kunt het apparaat configureren om documenten in zwart-wit, kleur of grijstinten te scannen door de instelling [Kleurmodus] te wijzigen onder scannerinstellingen.
Wanneer u een scanbestemming opgeeft, verandert de scaninstelling van het apparaat automatisch op basis van de informatie die voor die bestemming in het adresboek staat geregistreerd. Indien nodig kunt u de scaninstellingen veranderen via het bedieningspaneel.
U kunt ook een bestemming opgeven met de ééntoetsknoppen of met [Pauze/Herhalen].
Als u de instelling [Onbeperkt scannen] onder scaninstellingen hebt geactiveerd, kunt u de originelen achter elkaar op de glasplaat plaatsen in één scanprocedure.
Als u de instelling [Document met meerdere pagina's] onder scaninstellingen hebt geactiveerd, kunt u meerdere pagina's scannen om één PDF- of TIFF-bestand te maken dat alle pagina's bevat. Bij de bestandsindeling JPEG wordt voor elke gescande pagina echter een apart bestand aangemaakt.
Als het papier in de ADF vastloopt, wordt het gescande bestand verwijderd. Scan in dit geval alle originelen opnieuw. Zie Papierstoringen bij het scannen verhelpen voor informatie over hoe u vastgelopen papier uit de ADF kunt verwijderen.
![]()
Zie Originelen plaatsen voor informatie over het plaatsen van het origineel.
Zie Scaninstellingen opgeven voor informatie over het configureren van geavanceerde scaninstellingen.
Zie Parameters voor scannerinstellingen voor meer informatie over de [Kleurmodus].
Zie De scanbestemming opgeven voor meer informatie over het opgeven van de scanbestemming.
Zie Scannerinstellingen voor meer informatie over [Document met meerdere pagina's] of [Onbeperkt scannen].
Zie Papierstoringen bij het scannen verhelpen voor meer informatie over hoe u vastgelopen papier uit de ADF kunt verwijderen.