Koptekst overslaanimage
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

Via USB

Gebruik deze procedure om de computer via USB aan te sluiten op de printer.

De printer wordt automatisch toegevoegd als de aansluiting wordt gedetecteerd.

  1. Sluit de printer via een USB-kabel aan op de computer en zet vervolgens de printer aan met de hoofdschakelaar.

  2. Start [Printerconfiguratie].

    Onder Mac OS X 10.5, start [Systeemvoorkeuren] en klik op [Afdrukken en faxen].

    Onder Mac OS X 10.3, klik op [Afdrukken en faxen] onder [Systeemvoorkeuren] en klik vervolgens op [Configureer printers...].

    Onder Mac OS X 10.2.8, start [Afdrukbeheer] (Print Center).

  3. Klik op [Voeg toe] of de [+]-knop.

    Mac OS X 10.5

    Klik op [Standaard].

    Mac OS X 10.4

    Klik op een printer waarop op de kolom "Verbinding" "USB" vermeld staat.

    Mac OS X 10.3 of lager

    Klik op [USB] in het pop-upmenu.

    De verbonden printer verschijnt.

  4. Selecteer de printer en de fabrikant van de printer in het pop-upmenu [Druk af via].

    Onder Mac OS X 10.5, selecteer de printer die u gebruikt uit de lijst [Printernaam] en [Soort] van USB.

    Onder Mac OS X 10.3 of lager, selecteer de printer die u gebruikt uit het pop-upmenu [Printermodel:] pop-up menu.

  5. Selecteer de aangesloten printer uit de lijst en klik vervolgens op [Voeg toe].

  6. Verlaat [Printerconfiguratie].

    Opmerking

    • USB2.0 kan worden gebruikt met Mac OS X 10.3.3 of hoger.