Koptekst overslaanimage
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

Het PCL-printerstuurprogramma installeren

Belangrijk

  1. Sluit alle toepassingen die zijn geopend.

  2. Controleer het volgende:

    • De USB-kabel van de printer is niet aangesloten

    • De hoofdschakelaar van de printer is uitgeschakeld

  3. Plaats de cd-rom in het cd-romstation.

    Het installatieprogramma wordt gestart.

  4. Selecteer de interfacetaal en klik op [OK].

  5. Klik op [PCL 6-printerstuurprogramma].

    De licentieovereenkomst voor de software wordt weergegeven.

  6. Nadat u de overeenkomst heeft gelezen, klikt u op [Ik ga akkoord met de overeenkomst.] en daarna op [Volgende >].

  7. In het dialoogvenster [Methode om de printer driver te installeren], vink het vakje [Zoek naar netwerkprinters.] uit, selecteer het vakje [Verbind een printer met een USB kabel.] en klik vervolgens op [Volgende >].

  8. Selecteer deze printer en klik vervolgens op [Volgende >].

    Er verschijnt een bericht waarin u wordt gevraagd om te controleren of de USB-kabel niet is aangesloten en of de hoofdschakelaar van de printer is uitgeschakeld.

  9. Controleer de USB-kabel en de printerstatus en klik dan op [Volgende >].

  10. Wanneer het dialoogvenster [<Autodetectie USB poort>] verschijnt, sluit u deze printer aan op de computer via een USB-kabel en vervolgens schakelt u de hoofdschakelaar van de printer weer in.

    De automatsiche detectie van de USB wordt gestart.

  11. Wanneer het dialoogvenster verschijnt waarin u wordt gevraagd of u deze printer wilt instellen als de standaardprinter, kiest u een van de opties.

  12. Als er een bericht verschijnt met de melding dat de installatie is voltooid, klikt u op [Voltooien].

    Opmerking

    • Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, verschijnt onder Windows Vista en Windows Server 2008 mogelijk het dialoogvenster [Gebruikersaccountbeheer] nadat u de cd-rom heeft geplaatst. Klik in dit geval op [Toestaan].

    • Als het printerstuurprogramma al is geïnstalleerd, wordt plug and play ingeschakeld en de printer die is aangesloten op de USB-poort wordt automatisch weergegeven in het venster [Printers].

    • Wanneer USB voor het eerst wordt gebruikt, wordt Plug and Play gestart. Vervolgens verschijnt het dialoogvenster [Nieuwe hardware gevonden], [Wizard Apparaatstuurprogramma] of [Wizard Hardware toevoegen], afhankelijk van het besturingssysteem.

    • Als u Autorun wilt uitschakelen, houdt u de [Shift]-toets ingedrukt wanneer u de cd-rom in het cd-romstation plaatst en laat u deze toets pas los wanneer de computer klaar is met het lezen van de cd-rom.

    • Het nummer na "USB" kan verschillen, afhankelijk van het aantal aangesloten printers.

    • Er verschijnt een bericht als het aansluiten van de printer is mislukt. Controleer of de USB-kabel is aangesloten en of de hoofdschakelaar van de printer op aan staat. Klik vervolgens op [Opnieuw].

    • Als u de automatische detectie van de USB wilt stoppen, klikt u op [Stop autodetectie].

    • De USB-poort is alleen beschikbaar voor het printerstuurprogramma dat het eerste is geïnstalleerd. Om extra stuurprogramma's te installeren voor deze printer, installeert u deze met andere poorten (bijvoorbeeld LPT1). Na installatie wijzigt u de poortinstellingen in die van de opgegeven USB-poort.