Om het printerstuurprogramma te installeren, dient u het IP-adres van de printer te bevestigen.
Zorg ervoor dat u de netwerkkabel correct aansluit op de printer vooraleer u de testpagina afdrukt.
Schakel de hoofdschakelaar van de printer uit en wacht vervolgens enkele seconden.
Terwijl u de toets [Taak Reset] ingedrukt houdt, schakelt u de hoofdschakelaar van de printer aan en vervolgens houdt u de toets ingedrukt tot het lampje Waarschuwing eenmaal knippert.
Het afdrukken start wanneer de printer volledig is opgewarmd.
Er wordt met afdrukken gestart ongeveer 30 seconden nadat het lampje Waarschuwing begint te knipperen.
![]()
Indien de printer zijn IP-adres automatisch van een DHCP-server verkrijgt, dient u Smart Organizing Monitor niet apart te installeren. Ga door naar Het PPD-bestand configureren
en voeg de printer toe.
Indien de printer zijn IP-adres niet kan verkrijgen van een DHCP-server, installeert u Smart Organizing Monitor en specificeert u het IP-adres voordat u de printer toevoegt.
U kunt Web Image Monitor ook gebruiken om het IP-adres dat u verkregen heeft van een DHCP-server te wijzigen. Om toegang te verkrijgen tot de Web Image Monitor dient u het IP-adres op de testpagina te gebruiken.
![]()
Zie De Web Image Monitor gebruiken
voor meer informatie over Web Image Monitor.
Voor details over de installatieprocedure raadpleegt u Smart Organizing Monitor installeren
.