Printerinstellingen instellen - snelkeuzes

In dit deel wordt uitgelegd hoe u snelkeuzes kunt registreren en kunt gebruiken.

Elke functie die in dit deel uitgelegd wordt, is vooraf geconfigureerd en geregistreerd in [Snelkeuzelijst:] op het tabblad [Snelkeuzes].

U kunt de relevante instelling toepassen door gewoon op de naam van de snelkeuze te klikken. Hiermee voorkomt u onjuiste instellingen en verkeerde afdrukken.

Aangepaste instellingen kunnen naar wens worden toegevoegd, aangepast en verwijderd. Ze kunnen ook gedeekd worden zodat ze door verschillende gebruikers gebruikt kunnen worden. Door geregistreerde snelkeuzes te gebruiken, kunnen gebruikers die geen grondige kennis bezitten van het printerstuurprogramma op een eenvoudige manier gebruikmaken van geavanceerde afdrukfuncties.

Volg de procedure om snelkeuzes te registreren.

Klik in de applicatie op het [Bestand]-menu en klik op [Afdrukken].
Het dialoogvenster [Afdrukken] verschijnt.
Selecteer het apparaat en open dan het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] in de oorspronkelijke toepassing van het document.
Het dialoogvenster [Afdrukvoorkeuren] verschijnt.
Maak de door u gewenste instellingen.
Klik op [Huidige instellingen registr...]. Voer een naam en opmerking in die de instelling beschrijven en klik dan op [OK].
Het nieuw geregistreerde pictogram verschijnt met de geregistreerde naam in de Snelkeuzelijst:.
Klik op [OK].

In Windows is deze functies beschikbaar via het PCL 6- en PostScript 3-printerstuurprogramma. Wanneer u deze functie gebruikt bij gebruik van het PostScript 3-printerstuurprogramma, zie het PostScript 3 Supplement.
Voor meer informatie over het wijzigen en verwijderen van snelkeuzes, zie de Help-functie van het printerstuurprogramma.