![]() ![]() | ![]() | ||
Wanneer u kopieert op speciaal papier zoals OHP-transparanten, dik papier (briefkaarten, enveloppen, enzovoort) en etiketten, moet u het type en formaat papier selecteren.
![]()
Wanneer u OHP-transparanten, dun papier of etiketten instelt, kunnen de functies Nieten, Stapelen en Sorteren niet meer worden gebruikt.
Indien u op transparanten kopieert, dient u de kopieën één voor één te verwijderen.
Open de handinvoerlade en druk de hendel omhoog.
Voer het papier met de afdrukzijde naar onder in totdat u een piep hoort. Positioneer de papiergeleiders op basis van het papierformaat.
Druk de hendel omlaag.
De handinvoerlade wordt automatisch geselecteerd.
Druk op de toets [
].
Selecteer de papiersoort in Speciaal papier.

Geef het papierformaat op en druk vervolgens op [OK].
Plaats de originelen en druk vervolgens op de toets [Start].
![]()
Gebruik bij het kopiëren op OHP-transparanten, vellen van formaten A4
of 81/2 × 11
en specificeer hun formaat.
Om papierstoringen te voorkomen moet u het papier losschudden voordat u het op de lade plaatst.