![]() ![]() | ![]() | ||
Indien u gescande bestanden wilt verzenden naar een computer waarop Mac OS X wordt uitgevoerd, moet u eerst een gedeelde map aanmaken op de bestemmingscomputer. In de volgende procedure wordt uitgelegd hoe een gedeelde map kan worden aangemaakt. Hierbij wordt Mac OS X 10.5 als voorbeeld gebruikt.
![]()
Meld u aan als beheerder om een gedeelde map aan te maken.
Maak de map aan waarnaar u scanbestanden wilt verzenden.
Klik in het Apple-menu op [Systeemvoorkeuren].
Klik op [Delen].
Selecteer het selectievakje [Bestand delen].
Klik op [Opties].
Vink het selectievakje [Bestanden en mappen delen met SMB.] aan.
Selecteer de account waarmee u toegang tot de gedeelde map wilt hebben.
Indien het scherm [Goedkeuren] wordt getoond, voert u het wachtwoord in voor de account, klikt u op [OK] en vervolgens op [Voltooien].
Klik in de lijst [Gedeelde mappen:] op [+] (nieuw).
Selecteer de map die u hebt aangemaakt en klik dan op [Toevoegen].
Zorg dat de toestemming voor de gebruiker die deze map gaat gebruiken is ingesteld op [Lezen/Schrijven].
![]()
Raadpleeg uw beheerder voor meer informatie over het aanmaken van gedeelde mappen.
Als u een gedeelde map wilt registreren in het adresboek van uw computer, hebt u zowel het IP-adres van de computer nodig als de naam en het wachtwoord van de gebruiker die toegang heeft tot de gedeelde map.