![]() ![]() | ![]() | ||
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u het PPD-bestand aan uw systeem toevoegt.
Start Systeemvoorkeuren.
Klik op [Afdrukken & Faxen].
Klik op [Printers instellen].
Afhankelijk van het besturingssysteem van uw computer, verschijnt [Printers instellen] mogelijk niet. Indien [Printers instellen] niet verschijnt, gaat u door met de volgende stap.
Klik op [Toevoegen] of op de knop [
].
Mac OS X 10.5 of hoger
Klik op [Standaard]. Als de naam van de printer niet wordt weergegeven, selecteert u het pictogram dat overeenkomt met uw netwerkomgeving (TCP/IP, enz.).
Als u met Mac OS X 10.5 werkt en er meerdere AppleTalk zones op het netwerk bestaan, selecteert u de zone waar de printer bij hoort.
Mac OS X 10.4
Klik op [Meer printers...] en selecteer de zone in het tweede pop-upmenu.
Overige versies van Mac OS X
Klik op [AppleTalk] in het eerste snelmenu.
Als de zone is ingesteld, selecteert u de zone in het tweede snelmenu.
Selecteer de printer, en selecteer de producent ervan in het snelmenu [Printermodel:].
Onder Mac OS X 10.4 selecteert u de printer die u gebruikt in het pop-upmenu [Druk af met].
Onder Mac OS X 10.5 of hoger selecteert u de printer die u gebruikt in de lijst [Printernaam].
Selecteer het PPD-bestand voor het model dat u gebruikt en klik op [Toevoegen].
Sluit Systeemvoorkeuren af.