![]() ![]() | ![]() | ||
De volgende procedure beschrijft hoe u een Voorbeeldafdrukbestand af kunt drukken met het PCL 5c/6-printerstuurprogramma.
![]()
Toepassingen met eigen stuurprogramma's zoals PageMaker, ondersteunen deze functie niet.
Testafdruk configureren via de eigenschappen van het printerstuurprogramma.
Zie de relevante Help-bestanden voor meer informatie over het configureren van het printerstuurprogramma.
Afdrukken starten vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.
U dient meer dan twee kopieën in te stellen.
De testafdruktaak wordt naar het apparaat gestuurd, en de eerste set wordt afgedrukt.
Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op de toets [Printer] om het printerscherm weer te geven.
Druk op [Afdruktaken].

Een lijst afdrukbestanden, opgeslagen op het apparaat, wordt weergegeven.
Druk op [Lijst vbl afdr.taken].

Een lijst testafdrukbestanden, opgeslagen op het apparaat, wordt weergegeven.
Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, worden bepaalde afdruktaken mogelijk niet weergegeven.
Selecteer het afdrukbestand dat u wilt controleren en druk vervolgens op [Afdrukken].

Voer de nieuwe aantallen van de sets in met de cijfertoetsen en druk dan op [Ja].

U kunt maximaal 9.999 sets invoeren.
Druk op de [Wis/Stop]-toets om invoerfouten te corrigeren.
De resterende sets worden afgedrukt.
![]()
Wanneer u op de [Wis/Stop]-toets druk nadat u in stap 7 op [Ja] gedrukt heeft, wordt het afdrukken geannuleerd. Het bestand blijft wel opgeslagen in het apparaat.
Als u het afdrukken wilt annuleren moet u op [Nee] drukken in stap 8.
Wanneer u meerdere bestanden selecteert, geeft het bevestigingsscherm het totaal aantal bestanden weer dat moet worden afgedrukt.
Als u meerdere documenten selecteert en het aantal sets niet specificeert op het bevestigingsscherm, dan wordt voor elk geselecteerde document één set minder afgedrukt dan het aantal gespecificeerd op de computer. Als het aantal sets op de computer '1' is dan wordt voor elk document één set afgedrukt.
Wanneer u samengestelde testafdrukdocumenten afdrukt, kunt u niet het aantal sets wijzigen.
Als de afdruktaak is voltooid, wordt het opgeslagen bestand verwijderd.
Houd [Afsluiten] ingedrukt totdat het printerscherm verschijnt om het afdrukken te stoppen nadat het afdrukken begonnen is en druk daarna op [Taak reset]. Het bestand wordt verwijderd.