



	Handleidingen Inhoud Vorige Volgende

Bovenste pagina > Over dit apparaat > Opmerkingen > Waar u het apparaat neerzet > Omgeving van apparaat >

In deze sectie worden voorzorgsmaatregelen beschreven voor het plaatsen van het apparaat.

Plaats het apparaat niet in stoffige en vochtige omgevingen. Dit om elektrische schokken te vermijden.
Plaats het apparaat niet op een wankele of schuine ondergrond. U kunt immers lichamelijke letsels oplopen als het omvalt.

Blokkeer de zwenkwieltjes nadat u het apparaat heeft verplaatst opdat het goed op zijn plaats zou blijven staan. Zoniet kan het apparaat gaan bewegen of omver vallen waardoor er lichamelijke letsel kan worden veroorzaakt.

Zorg ervoor dat de kamer waar u het apparaat gebruikt goed geventileerd en ruim is. Een goede ventilatie is vooral van belang wanneer het apparaat veel wordt gebruikt.

Wanneer apparatuur die vluchtige stoffen bevat nog nieuw is, zal die veel uitstoot geven in de lucht van de omgeving. Hierom is het de eerste paar dagen na installatie van een nieuw apparaat noodzakelijk dat de kamer waarin het geplaatst is goed geventileerd wordt.

Geluidsniveaus van apparatuur die de LWAd en 63 dB (A) overschrijden, zijn niet geschikt voor kantooromgevingen, plaats het apparaat dus in een andere kamer.

Temperatuur: 10-32 °C ) (vochtigheid moet 54% zijn bij 32 °C)
Vochtigheid: 15 - 80% (temperatuur moet 27 °C zijn bij 80%)
Een stevige en waterpas basis.
Het apparaat moet met een marge van 5 mm (0,2 inch) waterpas zijn: zowel van voor naar achter als van links naar rechts.
Om mogelijke ozonvorming te vermijden, plaatst u dit apparaat in een goed geventileerde ruimte met een luchtverversing van meer dan 30 m³/uur/persoon.