![]() ![]() | ![]() | ||
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een faxnummer in het Adresboek registreert.
U kunt faxnummers, IP-faxbestemmingen, Internetfaxbestemmingen, e-mailbestemmingen en mapbestemmingen selecteren in het Adresboek. Voor nadere details over het registreren van IP-faxbestemmingen, Internetfaxbestemmingen, e-mailbestemmingen en mapbestemmingen, zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.
U kunt een back-up maken van de inhoud van het Adresboek. Voor details over de manier waarop u dit kunt doen, zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.
![]()
U kunt ook faxnummers, IP-Faxbestemmingen, Internetfaxbestemmingen, e-mailbestemmingen en mapbestemmingen uit het Adresboek in een groep registreren.
Druk in het beginscherm van de fax op [Prg.Best.] om het registratiescherm van het Adresboek weer te geven. U kunt op dit scherm bestemmingen registreren.
Druk na het invoeren van faxbestemmingen, IP-faxbestemmingen, internetfaxbestemmingen of e-mailbestemmingen op [Prg.Best.] om de bestemmingen te registreren. U kunt met behulp van dit scherm mapbestemmingen registreren. Zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen voor meer informatie over het registreren van mapbestemmingen.
In het beginscherm van de fax wijzigt u de inhoud van het Adresboek. Het bericht "Bestem.lijst/apparaatinstell. worden bijgewerkt". verschijnt nu. Druk op [Afsluiten] om naar het beginscherm van de fax terug te keren.
U kunt adressen in het Adresboek registreren met behulp van Web Image Monitor. Zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen voor meer informatie over Web Image Monitor. Raadpleeg de Help-functie van Web Image Monitor voor meer informatie over het Adresboek.