![]() ![]() | ![]() | ||
Gebruik van de Document Server maakt het voor u mogelijk documenten op de harde schijf van het apparaat op te slaan door ze met de kopieerfunctie in te lezen. U kunt ze dus later afdrukken, na het toepassen van de gewenste configuraties.
![]()
Bij het uitvallen van het apparaat kunnen gegevens verloren gaan. Van belangrijke gegevens die op de harde schijf staan, moet u een back-up maken. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade die optreedt als gevolg van het verlies van gegevens.
Druk op [Bestand opslaan].

Voer een bestandsnaam, gebruikersnaam of wachtwoord in, indien nodig.

Druk op [OK].
Plaats de originelen.
Voer de scaninstellingen voor het origineel in.
Druk op de toets [Start].
Hiermee worden gescande originelen in het geheugen geplaatst en wordt één set kopieën gemaakt.
![]()
Om het scannen te stoppen, drukt u op de [Wis/Stop]-toets. Om een gepauzeerde scanopdracht te hervatten, drukt u op [Doorgaan] op het bevestigingsscherm. Om gescande afbeeldingen te wissen en de opdracht te annuleren, drukt u op [Stoppen]. De originelen die in de ADF zijn geplaatst, worden uitgeworpen.
Als een origineel op de glasplaat wordt geplaatst, moet op de toets [
] worden gedrukt nadat alle originelen zijn gescand.
Gegevens die zijn opgeslagen op de Document Server worden standaard na drie dagen (72 uur) automatisch verwijderd. U kunt de periode waarna de opgeslagen gegevens automatisch verwijderd worden specificeren onder 'Automatisch verwijderen bestand' in Document Server in Gebruikersinstellingen. Voor meer informatie, zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.
Om te controleren of het document opgeslagen is, drukt u op de toets [Document Server].
Wanneer u nog een document wilt opslaan, doe dat dan nadat het kopiëren is beëindigd.
Raadpleeg voor meer informatie over de Document Server "Gebruik van de Document Server".
Zie "Een opgeslagen document afdrukken" voor meer informatie over het afdrukken van opgeslagen documenten.
Raadpleeg voor meer informatie over het instellen van de gebruikersnaam, de bestandsnaam en het wachtwoord "Gebruik van de Document Server".
Afhankelijk van de beveiligingsinstelling, wordt mogelijk Toegangsprivileges weergegeven in plaats van Gebruikersnaam. Raadpleeg de beheerder voor meer informatie over Toegangsprivileges.
Zie Over dit apparaat voor meer informatie over hoe u tekst kunt invoeren.