![]() ![]() | ![]() | ||
Dit hoofdstuk beschrijft de basisprocedure voor het maken van kopieën.
![]()
Wanneer de verificatiecode van de gebruiker is ingesteld, voert u uw gebruikerscode in met de cijfertoetsen op het apparaat (maximaal 8 cijfers) zodat het apparaat kopieertaken accepteert. Voor meer informatie over Beheerderinstellingen, zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.
Als Basisverificatie, Windows-verificatie, LDAP-verificatie of Integratieserver-verificatie is ingesteld, voert u uw log-in gebruikersnaam en gebruikerswachtwoord in, zodat het apparaat kopieeropdrachten accepteert. Vraag de beheerder om een gebruikersnaam en gebruikerswachtwoord. Zie voor meer informatie Over dit apparaat.
Voor het kopiëren op ander papier dan standaardpapier dient u de papiersoort in Gebruikersinstellingen op te geven. Voor meer informatie, zie de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.
Controleer of "Gereed" wordt weergegeven op het scherm.
Als er een andere functie wordt weergegeven, druk dan op de toets [Kopiëren] aan de linkerzijde van het bedieningspaneel.
Beginscherm kopieerapparaat

Zorg dat er geen eerdere instellingen achterblijven.
Als er nog eerdere instellingen actief zijn, drukt u op de toets [Instellingen verwijderen].
Plaats de originelen.
Geef de gewenste instellingen op.
Voer het aantal kopieën in met de cijfertoetsen.
Het maximale aantal kopieën dat kan worden ingesteld is 9999.
Druk op de toets [Start].
Het apparaat begint met kopiëren.
Als er originelen op de glasplaat worden geplaatst, dan drukt u op de toets [
] nadat alle originelen zijn gescand.
Wanneer de kopieeropdracht is voltooid, drukt u op de toets [Instellingen verwijderen] om de instellingen te wissen.
![]()
Log altijd uit nadat u het apparaat niet langer gebruikt, zodat ongeautoriseerde gebruikers het apparaat niet kunnen gebruiken.
Als u het apparaat wilt stoppen tijdens het kopiëren van meerdere exemplaren, drukt u op de [Wis/Stop]-toets.
Om alle kopieeropdrachten te annuleren en terug te keren naar de standaardinstellingen van het apparaat, drukt u op de toets [Instellingen verwijderen].
Om ingevoerde waarden te wissen, drukt u op de [Wis/Stop]-toets of op het scherm [Annuleren].
Om de instellingen te bevestigen, drukt u op [Inst. controleren].
U kunt het maximale aantal kopieën wijzigen onder Max. aantal kopieën in de Gebruikerstools. Zie voor meer informatie over Max. aantal kopieën "Algemene eigenschappen".