In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de instelling van de LPR-poort wijzigt, met Windows XP als voorbeeld.
In het scherm [Printers en faxen], klikt u op het icoontje van de printer die u wilt gebruiken. Klik in het menu [Bestand] op [Eigenschappen].
In Windows Vista of Windows Server 2008 klikt u in het venster [Printers] op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken.
In Windows 7 of Windows Server 2008 R2 klikt u in het venster [Apparaten en printers] met de rechtermuisknop op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken en kiest u [Eigenschappen van printer].
Klik op het tabblad [Poorten] en vervolgens op [Poort toevoegen].
Klik op [LPR-poort] en vervolgens op [Nieuwe poort].
Geef het IP-adres van de printer op in het vak [Naam of adres van de server die lpd biedt].
In het vak [Naam van printer of afdrukwachtrij op die server] voert u "lp" in en klikt u vervolgens op [OK].
Sluit het dialoogvenster van de printerpoort.
Controleer de locatie van de geselecteerde printer en klik vervolgens op [Sluiten].