![]() ![]() | ![]() | ||
Neem deze voorzorgsmaatregelen in acht bij het gebruik van de perforeerfunctie.
Perforeren wordt geannuleerd onder de volgende omstandigheden:
Als een papiertype is geselecteerd waarbij perforeren onmogelijk is.
Als een papierformaat is geselecteerd waarbij perforeren onmogelijk is.
Indien gecombineerd met vouwfuncties anders dan Z-vouw.
Als posities anders dan die zijn vastgesteld voor perforeren zijn opgegeven.
Als papier is geplaatst in de handinvoerlade.
Als er inconsistenties bestaan tussen de richting in de dubbelzijdige modus en de perforeerpositie.
Als er inconsistenties bestaan tussen de richting in de briefhoofdmodus en de perforeerpositie.
Als er bij het gebruik van de nietpositie inconsistenties bestaan tussen de nietpositie en de perforeerpositie.
![]()
Als het perforeren wordt geannuleerd, verschijnt "Perforeren is geannuleerd.".
Er wordt een foutbericht getoond als de perforatorafvalbak vol is en Automatisch doorgaan is uitgeschakeld. Annuleer de perforeerfunctie in het foutbericht om de afdruktaak voort te zetten.
Bij het afdrukken op briefhoofdpapier, komen de perforaties mogelijk niet op de gespecificeerde positie.
Als u geen instellingen voor de perforeerfunctie kunt maken, zelfs wanneer de optionele finisher is geïnstalleerd, zijn opties in het printerstuurprogramma mogelijk niet correct ingesteld. Raadpleeg voor meer informatie "Optie- en papierinstellingen maken voor de printer".
Als dubbelzijdig afdrukken is geselecteerd, past u de perforatieposities aan op basis van de bindrichting.
Zorg ervoor dat u de perforeerpositie identiek aan de nietpositie instelt wanneer u de nietfunctie gebruikt.
Stel voor het perforeren via het printerstuurprogramma het papierformaat en -richting in.
Afhankelijk van de toepassing, zijn afdrukinstellingen mogelijk niet ingeschakeld en voldoen afdrukken soms niet aan de verwachting.
Als u Perforeren instelt in het printerstuurprogramma, zorg er dan voor dat de sorteeroptie niet is geselecteerd als afdrukoptie van de toepassing.
Als een sorteeroptie is geselecteerd in de toepassing, kan niet op de beoogde wijze worden afgedrukt.
Na hervatten van de afdruktaak na een papierstoring, is de afdrukpositie mogelijk gewijzigd afhankelijk van de plaats van de papierstoring.
Als een papierstoring optreedt in een optionele finisher, wordt de afdruktaak hervat vanaf de eerste pagina van de afdruktaak, of vanaf de pagina waar de papierstoring is opgetreden.
Als de papierstoring optreedt in het apparaat, wordt de afdruktaak hervat vanaf de pagina die op het moment van de papierstoring wordt afgedrukt.
Zelfs als de papierstoring optreedt in het apparaat, wordt de fout niet verholpen zonder dat de klep van de finisher wordt geopend en gesloten.
Voor meer informatie over de optionele finishers, zie Over dit apparaat.
Raadpleeg de handleiding Problemen oplossen om papierstoringen te verhelpen.
De functie Z-vouw en Perforeren kunnen niet samen worden gebruikt.
Raadpleeg de Help-functie van het printerstuurprogramma voor meer details over afdrukmethoden.