Koptekst overslaanafbeelding
HandleidingenInhoudVorigeVolgendeHelp

Aangepaste instellingen gebruiken

In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u aangepaste instellingen registreert en gebruikt.

Elke functie die in dit hoofdstuk wordt uitgelegd, is vooraf geconfigureerd en geregistreerd onder [Naam aang. instelling:] op het tabblad [Afdrukinstellingen].

U kunt de relevante instellingen toepassen door gewoon op de naam van de aangepaste instelling te klikken. Zo vermijdt u onjuiste instellingen en verkeerde afdrukken.

Met uitzondering van [Normale afdruk], kunnen aangepaste instellingen naar wens worden toegevoegd, aangepast, en verwijderd. Ze kunnen ook door verschillende gebruikers gezamenlijk worden gebruikt. Door geregistreerde aangepaste instellingen te gebruiken, kunnen gebruikers die geen grondige kennis bezitten van het printerstuurprogramma, op een eenvoudige manier gebruik maken van de geavanceerde afdrukfuncties.

Raadpleeg de Help-functie van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het registreren, aanpassen en verwijderen van aangepaste instellingen.

Opmerking

Verwijzing