![]() ![]() | ![]() | ||
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de interface van het apparaat kunt identificeren en hoe u het apparaat aansluit volgens de netwerkomgeving.
![]()
|

Sleuf A
Installeer een optionele interface- of uitbreidingskaart in deze sleuf.
De Bluetooth-interface, File Format Converter of een van de volgende interfacekaarten kunnen in deze sleuf worden geïnstalleerd:
IEEE1284-interfacekaart: Is vereist als u een IEEE 1284-kabel op dit apparaat wilt aanlsuiten. Indien deze kaart is geïnstalleerd in sleuf A, kunt u het apparaat via een IEEE 1284-kabel aansluiten op een computer.
Wireless LAN interface-eenheid: Is vereist als u dit apparaat wilt aansluiten op een wireless LAN. Indien deze eenheid is geïnstalleerd in sleuf A, kunt u het apparaat aansluiten op een IEEE 802. a of op een IEEE 802.11 b/g wireless LAN.
Sleuf B
Installeer de optionele Copy Connector.
Copy Connector (optioneel): Is vereist waneer u dit apparaat wilt aansluiten op een sub-apparaat zodat u de functie Connect Copy kunt gebruiken.
USB 2.0 [type B] interface
Poort om de USB2.0 [type B] interfacekabel op aan te sluiten.
Gigabit Ethernet-poort (optioneel)
Poort voor het aansluiten van de 1000BASE-T, 100BASE-TX- of 10BASE-T-kabel.
10 Base-T, 100 Base-TX poort
Poort voor het aansluiten van de 100BASE-TX- of 10BASE-T-kabel.
![]()
Sleuf A kan slechts één module bevatten: U kunt op deze sleuf slechts één 1284 interfacekaart, één Wireless LAN interface-eenheid, één Bluetooth-eenheid of één File Format Converter tegelijk aansluiten.
De Ethernet- en de Gigabit Ethernet-poort kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. Wanneer de optionele Gigabit Ethernet-kaart is geïnstalleerd, sluit u de Ethernet-kabel aan op de poort op de Gigabit Ethernet-kaart. Communicatie met het apparaat gaat verloren wanneer de kabels op beide poorten tegelijk zijn aangesloten.