Beperkingen

In een Windows Terminal Service omgeving worden sommige printerstuurprogramma-functies onbruikbaar. In een omgeving waar Windows Terminal Service is geïnstalleerd worden sommige printerstuurprogramma-functies onbruikbaar, zelfs als er geen enkele functie van de Windows Terminal Service wordt gebruikt. Indien u SmartDeviceMonitor for Client in een omgeving installeert waar Windows Terminal Service actief is op een Windows 2000 groepscomputer, zorg er dan voor dat u het programma installeert met gebruik van de installatiemodus. U kunt op de volgende twee manieren installeren met gebruik van de installatiemodus:

1. Gebruik [Software] in [Configuratiescherm] om SmartDeviceMonitor for Client te installeren.

2. Voer het volgende commando in het MS-DOS commando pop-up-scherm in.

   CHANGE USER /INSTALL

Om de installatiemodus te verlaten, voert u de volgende opdracht in in de opdrachtregel van MS-DOS:

CHANGE USER /EXECUTE

Met [Clientprinters automatisch aanmaken] kan een logische printer worden geselecteerd die werd aangemaakt door de lokale printergegevens van de client te kopiëren naar de MetaFrame-server. We bevelen u ten sterkste aan om deze functie in uw netwerkomgeving te testen voor u ze voor uw werk gebruikt.

• De instellingen voor optionele apparatuur worden niet in de server opgeslagen nadat de verbinding met de apparatuur werd verbroken. De instellingen voor optionele apparatuur krijgen opnieuw hun standaardwaarde telkens als de clientcomputer inlogt op de server.

• Wanneer een groot aantal bitmapafbeeldingen wordt afgedrukt of wanneer de server in een WAN-omgeving wordt gebruikt via inbellijnen zoals ISDN, dan is afdrukken niet altijd mogelijk, of kunnen zich fouten voordoen, afhankelijk van de snelheid van de gegevensoverdracht.

Met [Printerstuurprogrammareplicatie] kunt u printerstuurprogramma's over alle servers in een serverfarm verdelen.

• Als de printerstuurprogramma's niet correct worden gekopieerd, installeer ze dan rechtstreeks op elke server.