Energiebesparende functies

Dit apparaat beschikt over de volgende functies om het energieverbruik te beperken:

Energiespaarstand

Als dit apparaat gedurende een opgegeven periode niet actief is, wordt het elektriciteitsverbruik automatisch verminderd.
De standaardperiode voordat de Energiespaarstand wordt geactiveerd, is 1 minuut. Deze standaardtijd kan worden gewijzigd.

Uit-stand (op apparaten met enkel een kopieerfunctie)

Als dit apparaat gedurende een opgegeven periode niet actief is, wordt het automatisch uitgeschakeld.
De standaard wachttijd gedurende welke het apparaat wacht voordat het naar de Uitmodus overschakelt, is 1 minuut voor type 1 of 2. Deze standaard tijd kan gewijzigd worden.
De standaard wachttijd gedurende welke het apparaat wacht voordat het naar de Uitmodus overschakelt, is 16 minuten voor type 3. Deze standaard tijd kan gewijzigd worden.
De standaard wachttijd gedurende welke het apparaat wacht voordat het naar de Uitmodus overschakelt, is 15 minuten voor type 4. Deze standaard tijd kan gewijzigd worden.

Slaapstand (op apparaten met fax-, printer- of scannerfuncties)

Als dit apparaat gedurende een opgegeven periode niet actief is, wordt automatisch de Slaapstand geactiveerd om het elektriciteitsverbruik te beperken.
De standaard wachttijd gedurende welke het apparaat wacht voordat de Slaapstand geactiveerd wordt, is 1 minuut voor type 1 of 2. Deze standaard tijd kan worden gewijzigd.
De standaard wachttijd gedurende welke het apparaat wacht voordat het naar de Slaapstand overschakelt, is 16 minuten voor type 3. Deze standaard tijd kan gewijzigd worden.
De standaard wachttijd gedurende welke het apparaat wacht voordat het naar de Slaapmodus overschakelt, is 15 minuten voor type 4. Deze standaard wachttijd kan worden gewijzigd.
Vanuit de Slaapstand kan het apparaat taken van computers afdrukken.

Specificaties

Op apparaten met alleen een kopieerfunctie
	Type 1	Type 2	Type 3	Type 4
Lager elektriciteitsverbruik door Energiespaarstand	190 W	190 W	150 W	211 W
Tijd waarop Energiespaarstand wordt ingeschakeld	1 minuut	1 minuut	1 minuut	1 minuut
Tijd waarop Energiespaarstand wordt uitgeschakeld	10 seconden	10 seconden	15 seconden	30 seconden
Lager elektriciteitsverbruik door Uit-stand	7,3 W	7,3 W	7,3 W	7,3 W
Tijd waarop Uit-stand wordt ingeschakeld	1 minuut	1 minuut	16 minuten	15 minuten
Tijd waarop Uit-stand wordt uitgeschakeld	30 seconden of korter ^*1	30 seconden of korter ^*1	60 seconden of korter ^*1	300 seconden of korter^*1
Lager elektriciteitsverbruik door Slaapstand
Tijd waarop Slaapstand wordt ingeschakeld
Tijd waarop Slaapstand wordt uitgeschakeld

Op apparaten met printer- of scannerfuncties
	Type 1	Type 2	Type 3	Type 4
Lager elektriciteitsverbruik door Energiespaarstand	190 W	190 W	150 W	211 W
Tijd waarop Energiespaarstand wordt ingeschakeld	1 minuut	1 minuut	1 minuut	1 minuut
Tijd waarop Energiespaarstand wordt uitgeschakeld	10 seconden	10 seconden	15 seconden	30 seconden
Lager elektriciteitsverbruik door Uit-stand
Tijd waarop Uit-stand wordt ingeschakeld
Tijd waarop Uit-stand wordt uitgeschakeld
Lager elektriciteitsverbruik door Slaapstand	7,4 W	7,4 W	7,4 W	7,4 W
Tijd waarop Slaapstand wordt ingeschakeld	1 minuut	1 minuut	16 minuten	15 minuten
Tijd waarop Slaapstand wordt uitgeschakeld	30 seconden of korter ^*1	30 seconden of korter ^*1	60 seconden of korter ^*1	300 seconden of korter^*1

*1 Het apparaat gaat misschien niet aan in de opgegeven tijd, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden waarin het functioneert.

Specificaties kunnen variëren, afhankelijk van welke opties er op het apparaat geïnstalleerd zijn.
Voor meer informatie over hoe de standaarinterval te wijzigen, zie "Timerinstellingen", Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen.