Om het Logboek handmatig af te drukken, selecteert u de afdrukmethode: "Alles", "Afdrukken per bestandsnr." of "Afdruk per gebruiker".
![]()
U kunt instellen dat het Logboek na elke 50 communicaties automatisch wordt afgedrukt in gebruikersparameter (schakelaar 03, bit 7) van het menu Faxeigenschappen.
Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen wordt het Logboek niet automatisch afgedrukt.
Als de optionele extra G3-interface-eenheid is geïnstalleerd, kunt u instellen of het Logboek automatisch moet worden afgedrukt op lijntype met de gebruikersparameter (schakelaar 19, bit 1) in het menu Faxeigenschappen.
Als gebruikersverificatie is ingesteld, kunt u selecteren of een afzendernaam al dan niet moet worden weergegeven met de gebruikersparameter (schakelaar 04, bit 5) in het menu Faxeigenschappen.
Zie "Parameterinstellingen" voor meer informatie over de Parameterinstelling.
U kunt één van de Sneltoetsen voor deze functie programmeren. Als u de sneltoets gebruikt, kunt u stap 1 overslaan. Zie "Algemene instellingen" voor meer informatie over de Sneltoets.
Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen verschijnt de naam van de bestemming/afzender mogelijk niet. U kunt instellen of de naam van de bestemming/afzender moet worden weergegeven met de gebruikersparameter (schakelaar 04, bit 4) in het menu Faxeigenschappen.
Voor het maximum aantal communicatieresultaten dat in het Logboek wordt afgedrukt, zie "Maximum waarden".