Koptekst overslaan
 

Verzenden naar mapbestemmingen (Mapbestemmingen)

U kunt een mapbestemming opgeven door een Bestemming-toets te selecteren uit de bestemmingslijst.

Belangrijk

  • Als u naar een mapbestemming wilt verzenden, moet u het pad naar de map eerst in het Adresboek registreren. U kunt het pad niet op het stand-by scherm invoeren. Raadpleeg de Handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen voor meer informatie over het registreren van een mapbestemming.

1Druk op [Map] om over te schakelen naar map als type verzending.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

2Druk op [Bestandstype] om het bestandstype in te stellen.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

Selecteer [TIFF] of [PDF] en druk vervolgens op [OK].

Schermafbeelding Bedieningspaneel

3Druk op de Bestemmingtoets om een bestemming op te geven.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

4Geef de volgende bestemming op.

Schermafbeelding Bedieningspaneel

Druk op de volgende Bestemmingtoets om nog een andere bestemming toe te voegen.

Druk op het tabblad voor het verzendingstype om het type verzending te veranderen. U kunt hierbij kiezen uit Fax/IP-Fax, Internet fax, E-mail en Map.

5Druk op de [Start]-toets.

Het apparaat begint het scannen van het origineel en slaat dit op in het geheugen. Wanneer het scannen stopt, gaat de indicator Communiceren branden en start de verzending.

Opmerking

  • Mapverzending wordt uitgevoerd in Geheugenverzending, waarbij de verzending automatisch wordt gestart nadat de documenten in het geheugen zijn opgeslagen. Wanneer u het verzendingstype overschakelt naar map terwijl het apparaat zich in de modus Directe verzending bevindt, wordt de verzendmodus automatisch overgeschakeld naar Geheugenverzending.

  • Voor nadere details over het annuleren van een verzending, zie "Een verzending annuleren".

  • Het menu Faxeigenschappen bestaat onder andere uit instellingen voor gebruikersparameters (schakelaar 17, bit 2), waardoor u het apparaat zodanig kunt configureren dat de gebruiker wordt geforceerd op [Toev.] te drukken wanneer hij/zij een bestemming met behulp van een bestemmingstoets specificeert. Dit voorkomt dat gebruikers per ongeluk documenten naar de verkeerde bestemming sturen (zie "Parameterinstellingen").

  • Zie "Mapverzending" voor meer informatie over mapverzending.