U kunt op kopieën een tekst van maximaal 64 letters stempelen.

![]()
U kunt de handinvoer niet gebruiken bij deze functie.
Stempelpositie en richting van het origineel
De stempelposities verschillen afhankelijk van de richting waarin u uw originelen plaatst.

Druk op [Bew./Stempel].

Druk op [Stempel].
Druk op [Stempeltekst].
Druk op [Tekst wijzigen].
Voer de stempeltekst in en druk vervolgens op [OK].

U kunt de stempelpositie veranderen.
Druk op [Alle pagina's] of [Alleen 1e pagina] om de pagina te selecteren waarop het stempel dient te worden afgedrukt.
Na alle instellingen te hebben ingevoerd, drukt u op [OK].
Druk op [OK].
![]()
Als de stroom wordt uitgeschakeld, wordt de tekst gewist. Om de ingevoerde tekst te bewaren, kunt u deze in een programma opslaan. Voor meer informatie over Programma, zie "Veelgebruikte functies opslaan".
U kunt de instellingen voor Stempel tekst wijzigen onder Stempel in Gebruikersinstellingen. Zie voor meer informatie over Stempel "Stempel".
Afhankelijk van de stempelpositie is het mogelijk dat delen van de tekst niet worden gekopieerd.
Zie Over dit apparaat voor meer informatie over hoe u tekst kunt invoeren.