In dit gedeelte wordt beschreven hoe u het printerstuurprogramma installeert voor gebruik met de standaard-TCP/IP-poort.
![]()
U dient printerbeheerder te zijn om de stuurprogramma's te kunnen installeren. Log in als beheerder.
Tijdens de installatie wordt mogelijk een Windows-waarschuwing weergegeven. U kunt deze waarschuwing negeren en doorgaan met de installatie.
Download het bestand met het printerstuurprogramma.
Sluit alle toepassingen behalve deze handleiding.
Dubbelklik op het gedownloade bestand en pak het uit op een makkelijk toegankelijke locatie.
Open het scherm voor het configureren van printers. Zie voor meer informatie de helpfunctie van uw besturingssysteem.
Klik op [Een printer toevoegen] of dubbelklik op het pictogram [Printer toevoegen].
Ga verder naar stap 7 als u met Windows Vista/7 of Windows Server 2008/2008 R2 werkt.
Klik op [Volgende].
Klik op [Lokale printer die met deze computer is verbonden] en klik op [Volgende].
Klik op [Een lokale printer toevoegen] als u met Windows Vista/7 of Windows Server 2008/2008 R2 werkt.
Klik op [Nieuwe poort creƫren:].
Selecteer [Standaard TCP/IP-poort] en klik op [Volgende].
Ga verder naar stap 11 als u met Windows Vista/7 of Windows Server 2008/2008 R2 werkt.
Klik op [Volgende] in het dialoogvenster [Wizard Standaard TCP/IP-printerpoort toevoegen].
Typ de printernaam of het IP-adres in het vak [Printernaam of IP-adres] of [Hostnaam of IP-adres] en klik vervolgens op [Volgende].
In het tekstvak [Poortnaam] wordt automatisch een poortnaam ingevuld. Wijzig deze naam indien nodig.
Wanneer het scherm verschijnt waarin u het apparaattype kunt instellen, selecteert u "RICOH Netwerk Printer C Model".
Ga verder naar stap 13 als u met Windows Vista/7 of Windows Server 2008/2008 R2 werkt.
Klik op [Voltooien].
Klik op [Heb schijf...].
Klik op [Bladeren...] en geef op waar de bronbestanden van het printerstuurprogramma zijn opgeslagen.
Selecteer het INF-bestand in de map [Disk1].
Klik op [OK] om het venster [Installeren vanaf schijf] te sluiten.
Controleer of de merknaam en het model is geselecteerd van de printer waarvoor u het stuurprogramma wilt installeren en klik vervolgens op [Volgende].
Volg de instructies die verschijnen op. Pas instellingen aan zoals de printernaam, de standaardprinter en de configuratie om de printer te delen, indien nodig. U kunt tevens een testpagina afdrukken.
Klik op [Voltooien].