Verzendinstellingen

Als het apparaat een TWAIN- of WSD (ophaaltype)-scanaanvraag ontvangt terwijl het apparaat gegevens wegschrijft naar het geheugen of terwijl het apparaat een e-mail, scan-to-folder, netwerkbezorging of WSD-scanopdracht uitvoert, wordt onmiddellijk nadat een gedefinieerde stand-bytijd is verstreken sinds de laatste toets werd ingedrukt, overgeschakeld naar de netwerk-TWAIN- of WSD (ophaal)-scannerfunctie.

Gebruik deze instelling om op te geven of het apparaat meteen moet overschakelen naar TWAIN of WSD (ophaaltype) of dat hij moet wachten tot de stand-bytijd is verstreken wanneer hij een TWAIN- of WSD (ophaaltype)-scanverzoek ontvangt.

De standaard instelling is Aan, 10 seconde(n).

Wanneer u [Uit] selecteert, schakelt het apparaat onmiddellijk over naar de netwerk-TWAIN- of WSD (ophaaltype)-scannerfunctie.

Als u [Aan] selecteert, voert u een stand-bytijd in met de cijfertoetsen (3-30 seconden). Het apparaat schakelt om naar de netwerk-TWAIN- of WSD (ophaaltype)-scannerfunctie als de hier ingestelde tijd verstreken is sinds een toets voor het laatst werd ingedrukt.

Selecteer of gescande originelen als een bestand met één pagina of als een bestand met meerdere pagina's moet worden verzonden.

Voor bestanden met één pagina selecteert u TIFF/JPEG of PDF. Voor bestanden met meerdere pagina's selecteert u TIFF of PDF.

• Enkele pagina:TIFF/JPEG

• Enkele pagina:PDF

• Meerdere pagina's:TIFF

• Meerdere pagina's:PDF

Selecteer of zwart/wit-scanbestanden al dan niet moeten worden gecomprimeerd.

• Aan

• Uit

Door te comprimeren kan een scanbestand sneller worden verzonden.

De werkelijke tijd die nodig is voor de bestandsoverdracht, is afhankelijk van de grootte van het bestand en de belasting van het netwerk.

Geef op of scanbestanden met verschillende niveaus (grijswaarden/kleur) al dan niet moeten worden gecomprimeerd.

• Aan

• Uit

Als u [Aan] selecteert, kunt u het compressieniveau opgeven tussen één en vijf.

De beeldkwaliteit is beter bij een lagere compressie, maar dan duurt het langer om het bestand door te sturen.

De werkelijke tijd die nodig is voor de bestandsoverdracht, is afhankelijk van de grootte van het bestand en de belasting van het netwerk.

Er kunnen tot maximaal 100 verzendings/bezorgingsresultaten op dit apparaat worden gecontroleerd. Wanneer de opgeslagen verzendings/bezorgingsresultaten 100 bereiken, selecteert u of u het bezorgingslogboek wilt afdrukken.

Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen wordt het logboek wellicht niet afgedrukt.

• Alles afdrukken en verwijderen

  Het verzendings-/bezorgingslogboek wordt automatisch afgedrukt. Het afgedrukte logboek wordt verwijderd.

• Niet afdrukken:Oudste verwijderen

  De verzendings-/bezorgingsresultaten worden één voor één verwijderd naarmate nieuwe resultaten worden opgeslagen.

• Niet afdrukken: Verzenden uitschakelen

  Verzending/bezorging is onmogelijk als het logboek vol is.

Het scannerlogboek wordt afgedrukt en verwijderd.

Het scannerlogboek wordt verwijderd zonder het af te drukken.

Selecteer of de grootte van een e-mail waaraan een afbeelding is gehecht, al dan niet moet worden beperkt.

• Aan: 2048 KB

• Uit

Wanneer [Aan] geselecteerd is, voert u de omvangslimiet (128-45.389 KB) in met de cijfertoetsen.

Als de SMTP de grootte beperkt, dient u dezelfde instelling te gebruiken.

Selecteer of een afbeelding die groter is dan het formaat dat opgegeven is in max. e-mailformaat moet worden verdeeld en verzonden met meer dan één e-mail. Deze functie wordt alleen ingeschakeld wanneer [Aan] geselecteerd is voor [Max. E-mailform.].

• Aan (per pagina)

• Aan (per max. formaat): 5 (maximum aantal verdelingen)

• Uit

Wanneer [Aan (per max. formaat)] is geselecteerd, voert u het maximum aantal verdelingen in (2-355) met de cijfertoetsen.

Wanneer [Meerdere pagina's:TIFF] of [Meerdere pagina's:PDF] geselecteerd is voor [Prioriteit bestandstype] wordt de afbeelding niet gedeeld, zelfs niet wanneer [Aan (per pagina)] is geselecteerd. Wanneer [Aan (per max. formaat)] is geselecteerd, kunnen bepaalde ontvangen bestanden niet meer worden hersteld, afhankelijk van het type e-mailsoftware.

Als [Nee] geselecteerd is, wordt de e-mail niet verzonden als hij groter is dan de limiet; in dit geval verschijnt een foutmelding. Het scanbestand wordt verwijderd.

Stel het maximale e-mailformaat in binnen de capaciteit van de SMTP-server.

Selecteer de taal waarin e-mailinformatie, zoals titel, datum, e-mailadres van de beheerder wordt verzonden.

• Aan (Brits-Engels)

• Uit

Selecteer een van de volgende 22 talen:

Brits-Engels, Amerikaans-Engels, Duits, Frans, Italiaans, Spaans, Nederlands, Portugees, Pools, Tsjechisch, Zweeds, Fins, Hongaars, Noors, Deens, Japans, Vereenvoudigd Chinees, Traditioneel Chinees, Russisch, Hangul, Catalaans en Turks.

De e-mailtekst die deel uitmaakt van een sjabloon, kan niet worden gewijzigd.

Wanneer er geen e-mailonderwerp wordt ingevoerd, dan wordt het standaard e-mailonderwerp toegepast wanneer scanbestanden per e-mail verstuurd worden.

Selecteer of de hostnaam of een gespecificeerde tekst als het standaard e-mailonderwerp gebruikt moet worden.

De standaardinstelling is Hostnaam.

Selecteer of e-mail moet worden gecodeerd of niet.

• Codering toegepast op bestemming met

• Niet coderen

[E-mailcodering prioriteit] is alleen beschikbaar wanneer de S/MIME-functie ingeschakeld is.

Selecteer of de e-mail moet worden ondertekend of niet.

• Gebruik van handtekeningen

• Geen handtekeningen gebruiken

[E-mail handtek. prioriteit] is alleen beschikbaar wanneer de S/MIME-functie ingeschakeld is.