In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe de richting van gescande originelen moet worden weergegeven op het scherm van een clientcomputer.
Voor het correct weergeven van de boven/onder-richting van het gescande origineel op een clientcomputer moeten de plaatsing van het origineel en de instellingen in het dialoogvenster Scanner Control overeenkomen.
Open het dialoogvenster Scanner Control.
Zie "Basisbewerking voor TWAIN-compatibele netwerkscanner" voor informatie over het openen van het dialoogvenster Scanner Control.
Selecteer de plaats van het origineel in de lijst [Scanmethode orig.:].
Wanneer u een origineel op de glasplaat legt, selecteert u in de lijst [Oorspr.afdr.richt:] [] or [].
Selecteer in de lijst [Afdrukstand:] de optie[/], [/], [/], of [/].
Als u originelen in de ADF plaatst, selecteert u [1-zijd.], [(Boven/boven)] of [(Boven/onder)] in de lijst [Scaninst.:].