Gebruik de volgende procedure om een scanprofiel te wijzigen.
Als het apparaat voor het eerst op een computer wordt geregistreerd, wordt automatisch een profiel aangemaakt. Met de volgende procedure kunt u dit profiel op de computer wijzigen.
In het menu [Start] klikt u op [Configuratiescherm].
Het configuratiescherm verschijnt.
Klik op [Hardware en geluid] en klik vervolgens op [Scanner en camera's].
Het dialoogvenster [Scanner en camera's] verschijnt.
Selecteer dit apparaat en klik vervolgens op [Scanprofielen].
Het venster [Scanprofielen] verschijnt.
Selecteer een profiel en klik vervolgens op [Bewerken].
Het dialoogvenster met het gewijzigde profiel verschijnt.
Configureer de benodigde instellingen.
Voor details raadpleegt u "Items en instellingen scanprofiel".
Klik op [Profiel opslaan].
De gewijzigde scaninstellingen worden als profiel opgeslagen.
Wanneer een profiel niet in het dialoogvenster [Scanner en camera's] verschijnt, is het bijbehorende apparaat wellicht uitgeschakeld of de vereiste WSD-scannerinstellingen zijn wellicht niet opgegeven. Voor meer informatie over WSD-scannerinstellingen, zie "Voorbereiding voor het versturen van bestanden met behulp van WSD".
Als een profiel niet voorkomt in het dialoogvenster [Scanprofiel], maakt u het profiel aan als een nieuw profiel. Voor meer details zie "Een nieuw scanprofiel aanmaken".
U kunt meerdere profielen aanmaken.