Om dit apparaat als een WSD-scanner te gebruiken, moet u eerst de volgende instellingen configureren met Web Image Monitor op een client-computer:
Instellingen voor WSD (verzendtype) en WSD (ophaaltype)
WSD-protocol (standaardinstelling: [Actief])
Klik op [Configuratie], klik op [IPv4] of [IPv6] onder [Netwerk] en schakel vervolgens [WSD (Scanner)] in.
Instellingen om WSD (verzendtype) in te schakelen
[WSD Bestemmingslijst weergeven] (standaardinstelling: [Niet weergeven])
Klik op [Configuratie], klik op [Beheerder toepassingen] onder [Scanner] en stel vervolgens [WSD Bestemmingslijst weergeven] in op [Weergeven].
Instellingen om WSD (verzendtype) in te schakelen
[WSD-scanopdracht verbieden] (standaardinstelling: [Verbieden])
Klik op [Configuratie], klik op [Beheerder toepassingen] onder [Scanner] en stel vervolgens [WSD scanopdracht verbieden] in op [Niet verbieden].
Gebruik de volgende procedure om beide WSD-typen (verzendtype) en (ophaaltype) in te schakelen.
Klik op [Netwerk] in het menu [Start].
Dubbelklik op het pictogram voor dit apparaat.
Het Web Image Monitor inlogscherm verschijnt.
Klik op [Login].
Voer uw log-in gebruikersnaam en wachtwoord in bij [Log-in gebruikersnaam] en [Log-in wachtwoord] en klik vervolgens op [Login].
Raadpleeg uw beheerder als u een log-in gebruikersnaam en wachtwoord nodig heeft.
In het menu links klikt u op [Configuratie].
Onder [Scanner] klikt u op [Beheerder toepassingen].
De pagina [Beheerder toepassingen] verschijnt.
Stel [WSD Bestemmingslijst weergeven] in op [Weergeven].
Stel [WSD scanopdracht verbieden] in op [Niet verbieden].
Klik op [OK].
Voor meer informatie over het weergeven van Web Image Monitor, zie de handleiding Netwerk- en Systeeminstellingen. Voor meer informatie over het gebruik van Web Image Monitor, zie de helpfunctie van Web Image Monitor.